Gepubliceerd in Trouw.
De duurzame telefoonmaker Fairphone breidt uit en krijgt een nieuwe directeur. Past die schaalvergroting bij de oorspronkelijke idealen? ‘Je staat op een podium, dat helpt om ethische beslissingen te nemen.’
Eigenlijk, zegt designer Bas van Abel, is hij blij dat hij met Fairphone zo ver is gekomen. Hij zit zoals altijd net niet glad geschoren aan tafel in het Amsterdamse hoofdkantoor van Fairphone. “Ik ben iemand die dingen vooral begint, maar dan al snel weer doorgaat naar het volgende”, vertelt hij en begint over een kraantje in zijn wc waar al jaren geen water uit komt. Zijn compagnon Eva Gouwens, in een kleurig jurkje, kijkt hoofdschuddend toe en lacht. “Is dát het beste voorbeeld dat je kunt bedenken voor een verhaal in de krant?”
Het afgelopen jaar werd het duurzame telefoonbedrijf Fairphone gerund door dit duo. Van Abel, die het bedrijf in 2013 oprichtte, liet Gouwens zien hoe hij bouwt aan een ‘eerlijke’ telefoon. Dat betekent: gemaakt van materialen uit conflictvrije mijnen en door Chinese fabrikanten die hun werknemers goed behandelen. Maar een ‘eerlijke’ telefoon gaat ook langer mee, zodat er niet telkens een nieuw toestel hoeft te worden gemaakt. Inmiddels zijn er ruim honderdvijftigduizend Fairphones verkocht.
Gouwens nam als managing director een jaar lang nieuwe mensen aan en ze introduceerde bij Fairphone managementstijlen die ze leerde bij onder meer de duurzame chocolademaker Tony’s Chocolonely. Samen met Van Abel discussieerde ze over de ethische dilemma’s waar zij als sociale ondernemers mee te maken hebben.
Reserveschermen
“Welk voorbeeld kunnen we noemen?” Gouwens en Van Abel kijken allebei zoekend om zich heen. “De inkoop van reserveschermen”, besluiten ze. Want bij het eerste model van de Fairphone, de Fairphone 1 uit 2013, stopte de fabriek al snel met het maken van schermpjes. Best vervelend voor de allereerste klanten die juist hadden gekozen voor een modulaire – en dus te repareren – smartphone. Dat dreigde bij de Fairphone 2 opnieuw te gebeuren.
Van Abel: “Hoeveel reserveschermen ga je dan inkopen, als je je klanten hebt beloofd dat ze drie tot vijf jaar met hun telefoons kunnen doen?” Gouwens: “Veel bedrijven zouden hier weinig geld in steken, want je weet niet of je die schermpjes nog gaat verkopen.” Fairphone bestelde na een hoop discussie meer dan genoeg schermen om in de verwachte behoefte van klanten te voorzien. “Wat óók weer niet duurzaam is”, zegt Van Abel. “Want dan heb je straks dus schermen over.”
Dit soort afwegingen wilde Van Abel niet langer meer alleen maken. Dus installeerde hij een raad van commissarissen, trok extra investeerders aan en stelde Gouwens naast zich aan in de bedrijfstop. Deze maand maakte Van Abel bekend dat hij zelf verhuist naar de raad van toezicht en de dagelijkse leiding overdraagt aan Gouwens. Vanuit zijn nieuwe positie kan Van Abel des te beter ethische vragen stellen, volgens Gouwens. “Vragen zoals: ‘waarom doen we het zo? Kan het niet anders?’.
Hoe zou ik dit uitleggen aan mijn moeder?
Zelf komt Gouwens oorspronkelijk uit het bedrijfsleven, “waar die ethische vragen niet worden gesteld”. Maar ze kent die vragen van haar tijd bij Tony’s Chocolonely. “Wat mij daar altijd hielp, was transparant zijn. Dan dacht ik: hoe zou ik dit uitleggen aan mijn moeder?” Toen Tony’s Chocolonely winstgevend was geworden en moest beslissen over dividend voor aandeelhouders, stelde het bedrijf daarover richtlijnen op en maakte die openbaar. Gouwens: “Als je je telefoon Fairphone noemt, sta je op een podium. Op feestjes moet je voortdurend aan de buitenwereld uitleggen wat je doet. Die externe blik helpt om ethische beslissingen te nemen.”
Van Abel knikt heftig mee. Al jaren denkt hij aan een circulair businessmodel, waar telefoons niet worden verkocht, maar verhuurd of ‘geleast’, inclusief reparaties als er iets stuk gaat. Gouwens legt uit waarom: “Als een telefoon van ons blijft, is het in ons belang dat die zo lang mogelijk meegaat.”
Van Abel: “Dan ga je ook op een andere manier met klanten om. Bij de discussie over reserveschermen zie je dat klanten voor een bedrijf alleen maar een kostenpost zijn als een telefoon eenmaal is verkocht. Dat is anders als je least.” Fairphone is al in gesprek met bedrijven die telefoons willen leasen voor hun medewerkers.
Brutaal schooiertje
Dat brengt het gesprek op een pijnlijk punt voor het bedrijf: de klantenservice. “Daar hebben we enorm mee gestoeid”, zegt Gouwens. “Zonder reserveonderdelen of een goed informatiesysteem konden welwillende medewerkers onze klanten niet altijd goed helpen.” Juist dit soort zaken moet Gouwens verbeteren en uitbreiden. Zij heeft daar meer ervaring mee dan Van Abel.
Fairphone is als brutaal schooiertje in de telefoonwereld langzaam uitgegroeid tot een serieuze speler die samenwerkt met grote bedrijven. Dat legt weer nieuwe dilemma’s op tafel. Van Abel heeft bijvoorbeeld altijd gezegd dat hij juist in zee gaat met bedrijfstakken of regio’s waar nog niet alles koek en ei is. Daar kan Fairphone dan aanzetten tot verbetering van de arbeidsomstandigheden of de impact op het milieu.
Niet alle bedrijven gaan daar zomaar in mee. Van Abel: “Zij willen dat je honderd procent zeker kunt garanderen dat je niet te maken hebt met kinderarbeid. Maar dat kán Fairphone niet, want wij opereren in Congo. De mijnen waar we metalen als tin, tentaal en wolfraam vandaan halen hebben niet bijgedragen aan de voortdurende conflicten in het land. Maar in Congo is kinderarbeid moeilijk honderd procent uit te sluiten.”
Gouwens: “Met Fairphone werken is dus niet je straatje schoonvegen.” “Maar dat is juist de discussie die we willen voeren”, valt Van Abel bij. Hij hoort weleens dat bij telecombedrijf Orange, via wie Fairphone nu in 85 Franse winkels ligt, hun bedrijfsvoering als voorbeeld wordt gebruikt om de eigen organisatie in beweging te krijgen.
Het is precies waarom Fairphone ooit begon als bedrijf en niet als een non-profitorganisatie. “Anders blijft het met vingers wijzen”, zegt Van Abel. “Om een volwassen discussie tussen bedrijven op gang te brengen, moet je zorgen dat iedereen zich veilig voelt om die te voeren. Wij zetten daar de eerste stapjes in.”
Campagne
Bas van Abel (41) begon in 2009 met een campagne vanuit de Waag Society (een instelling in Amsterdam die zich bezighoudt met de raakvlakken van kunst, technologie en elektronische media) om mensen bewust te maken van de mineralen in elektronica die bijdragen aan conflicten in mijnlanden. In 2013 begon hij Fairphone als sociale onderneming, om zo ‘eerlijk’ mogelijke telefoons te produceren. Er zijn inmiddels ruim 150.000 telefoons verkocht. Fairphone heeft nu 70 medewerkers en draaide in 2017 een jaaromzet van 13 miljoen euro.
Dit artikel werd gepubliceerd in Trouw.