Onderwijs

‘Het digibord is een verrijking’

fotograaf Marcel Bakker

Dit artikel verscheen in FNV Magazine.

’Mijn werk is veel meer maatschappelijk betrokken dan dertig jaar terug.’ Paul Hager (54) en David Boer (27) vinden het fantastisch om voor groep zeven en acht te staan.

Toen Paul Hager in de jaren negentig tijdens zijn stage op de pabo voor de klas stond, draaide het nog vooral om het aanleren van taal en rekenen. ‘Echt zoals het in de middeleeuwen is bedacht’, zegt Paul. Hij werkte de eerste tien jaar van zijn carrière op een kleine Jenaplanschool. Via het speciaal onderwijs en een nieuwe school voor Natuurlijk Leren staat hij nu voor groep acht van de Gouden Kraal in Huizen. Leren gaat volgens Paul niét alleen om cognitieve vaardigheden, zoals taal en rekenen, maar ook om levensvaardigheden: hoe verhoud je je tot de wereld? Hij weet inmiddels van elke situatie in de klas wel een leermoment te maken.

Digibord

Leerkrachten hebben tegenwoordig de ruimte om de kinderen kennis te laten maken met allerlei onderwerpen, dankzij de digitale ‘tools’. Paul hoeft zijn lessen bijvoorbeeld niet meer allemaal op een krijtbord te kalken, want veel scholen werken inmiddels met een scherm of digibord. Paul: ‘Dat is een enorme verrijking. Is er een kind jarig? Plop! Een taart op het bord. Je kunt samen filmpjes kijken en als je er handig mee bent, kun je tussendoor ook even gaan dansen met zijn allen.’ Individueel rekenen gaat ook makkelijker op laptops of Chromebooks. Kinderen kunnen zelf oefenen met eindeloze sommetjes en hun prestaties worden automatisch bijgehouden. Paul let er wel op dat hij die nieuwe technologie gebruikt als áánvulling op en niet als complete vervanging van klassieke lesmethoden. ‘Als je alles op een laptop doet, wordt het armoedig. Het gaat om én-én. Schrijven is bijvoorbeeld goed voor de breinontwikkeling en je gevoel voor esthetiek. En in een tuin kun je ook een prima rekenles geven.’

Tiktok-dansjes

Kinderen kijken bovendien al genoeg naar schermen. Op veel basisscholen mogen mobieltjes niet mee de klas in, maar de meeste kinderen hébben die wel. Op hun schermpjes leven ze in de wereld van sociale media. Dat is bekend terrein voor jonge leerkrachten, zoals David Boer. Hij staat nu vijf jaar met veel plezier voor de klas, inmiddels voor groep zeven van De Notenkraker in Amsterdam. ‘Ik kijk zelf ook op YouTube ‘Het digibord is een verrijking’ en Instagram, dus ik weet wat er speelt. Daar koppel ik dan makkelijk een les aan.’ Hij ziet leerlingen soms TikTok-dansjes doen op het schoolplein en merkt dat het taalgebruik van kinderen is verengelst. Dat vindt hij zelf vooral een voordeel. ‘Het niveau van Engels is best wel omhoog gegaan omdat kinderen veel Engelstalige content zien op TikTok en Insta.’

Ouderportaal

Ook voor contact met ouders zijn er nieuwe hulpmiddelen. Zij kunnen bijvoorbeeld berichtjes achterlaten via het ouderportaal. ‘Een soort appjes’, zegt David. ‘Vergeleken met bellen of langskomen is dat natuurlijk makkelijker voor ouders, om snel iets van zich af te praten.’ Zo’n twee keer per maand krijgt hij een wat moeilijker berichtje van ouders. Het gaat dan bijvoorbeeld over akkefietjes in de klas of over het resultaat van een opdracht of toets. ‘Dan moet ik echt even nadenken over een antwoord’, zegt David. Hij heeft in het ouderportaal daarom wel een tijdslimiet ingesteld. ‘Vanaf zes uur ’s avonds tot acht uur ’s ochtends krijg ik geen meldingen meer.’

Onder een vergrootglas

Die regie houden vindt ook Paul belangrijk. ‘Tegenwoordig is dat lastig, want vooral jonge leraren liggen voor hun gevoel wel onder een vergrootglas. Vroeger runde ik gewoon mijn groep. Maar nu zijn er meer invloeden van buitenaf.’ Scholen hebben bijvoorbeeld een zorgteam, voor kinderen die extra aandacht nodig hebben. Paul: ‘Van de 28 kinderen hebben er zo acht of negen dyslexie, adhd of een hechtingsstoornis. Dat was vroeger echt niet zo. En dan gaan coaches, psychologen en maatschappelijk werkers zich ermee bemoeien. Dat is best een taakverzwaring.’ Als een leerling niet precies presteert wat het schoolsysteem van hem of haar verwacht op een bepaalde leeftijd, wil Paul het soms liever even láten. Hij wil kinderen vooral niet meegeven dat ze van alles moéten, maar liever dat ze veel keuzemogelijkheden hebben. ‘Over stress hadden we het vroeger ook nooit. Maar nu zijn er kinderen op de basisschool met burn-outverschijnselen.’

Burn-outs komen ook relatief veel voor onder beginnende leerkrachten. Daar is David voor zichzelf niet zo bang voor. ‘Er is zeker werkdruk, we moeten bijvoorbeeld ook veel doen aan administratie. Maar als je het tijdig aangeeft, krijg je wel begeleiding.’ Van het hoge lerarentekort baalt David natuurlijk wel. Laatst was hij ziek en moest zijn klas een dag thuisblijven. ‘Als er geen vervanging is, ga je wel eens tot je max.’ Toch zou hij niets liever willen doen. ‘Je leert elke dag weer met elkaar. Er zijn veel grappige momenten. En je helpt kinderen op weg naar iets moois. Ik kan dit vak echt 100 procent aanraden.’

Hoeveel uur op tiktok?

Paul hoopt dat jonge leerkrachten zoals David niet het gevoel hebben dat ze te veel móeten. ‘Die stress breng je over op de groep.’ In plaats van didactische kennis wenst hij leraren vooral veel mensenkunde en coachingsvaardigheden toe. ‘Als je weet hoe mensen in elkaar zitten en je daarmee gaat spelen, EN NOG DIT … wordt het zo’n onwaarschijnlijk leuk vak!’ Paul is tegenwoordig vooral bezig om zijn leerlingen bewust te maken van hóe ze leren. En van welke keuzes ze maken, voor sociale media bijvoorbeeld. ‘Wat zijn de voor- en nadelen? En hoeveel uur per dag zit je nou eigenlijk op TikTok? Wat dat betreft is mijn werk veel meer maatschappelijk betrokken dan dertig jaar terug.’

 

Dit artikel verscheen in FNV Magazine.