Gepubliceerd in het FD.
Maurits Tepper startte vijf jaar geleden samen met zijn vrouw een boerderij met blaarkopkoeien voor vlees en melk. Zij boeren in een gesloten kringloop, zonderkunstmest of krachtvoer. Kringloopboeren bouwen samen met hoogintensieve boerenbedrijven volgens Tepper de toekomst van de landbouw.
Op leren puntschoenen en in een rood colbertjasje loopt boer
Maurits Tepper naar zijn blaarkopkoeien. Er staan erinmiddels
een stuk of honderdvijftig op zijn Drentse boerderij Eytemaheert. In 2015 begon hij met vijf kalfjes rondom zijn woonboerderij. Later pachtte hij daar 35 hectare bij en inmiddels mogen
zijn koeien ook grazen op 46 hectare van Staatsbosbeheer en
Natuurmonumenten. Het gras van die velden is genoeg voor de
koeien. Krachtvoer komt het boerenbedrijf nietin. Net zomin
als kunstmest of pesticiden. ‘Blaarkopkoeien produceren goede melk én goed vlees van alleen maar gras van eigen land’, zegt
Tepper. ‘Dat is economisch interessant en een goed verhaal.
Daarom wilde ik ermee beginnen.’
Onderweg naar zijn koeien duwt Tepper met zijn schoen een
stuk schrikdraad omlaag, om er vervolgens overheen te kunnen
stappen. Al snel bedenkt hij zich en haakt de draad verderop
netjes los. De elektrische schokken gingen dwars door zijn leren zool heen, geeft hij desgevraagd toe. ‘Normaal doe ik dit op
mijn rubberen klompen.’
Ongeveer 20% van de tijd werkt Tepper niet in boerentenue,
maar in pak.Hij is namelijk ook eigenaar van Reijnen Sealing,
producent van beschermende omhulsels van elektronica. Op
zijn zevenentwintigste nam Tepper— toen nog de enige werknemer van Reijnen Sealing— het bedrijf over van de toenmalige eigenaar omdat hij meer groeimogelijkheden zag. Inmiddels
lopen er veertig man rond en heeft Tepper het directeurschap
uit handen gegeven.
Behalve aan deze twee bedrijven besteedt Tepper zijn zevendaagse werkweek ook aan het uitdragen van zijn verhaal. De
kersverse boer ergert zich mateloos aan de tientallen miljoenen
subsidies die elk jaar weer belanden bij collega’s die beweren
dat landbouw zonder kunstmest, krachtvoer of pesticiden te ingewikkeld is. ‘Ik wil het tegendeel bewijzen.’
Tepper loopt het weiland op van zijn blaarkoppen. De bruine
of zwarte beesten met hoorns en witte snoeten liggen bijna allemaal voldaan in het veld. Een goed teken, vindt Tepper. ‘Dan
verwerken ze hun eten tenminste rustig.’ Zelfs naar de stront
die hier en daar stapsgewijs op de grond ploft, kijkt de boer
tevreden. ‘Dat dat niet in een straal naar buiten komt, zegt wat
hoor.’ Eten uit de omgeving is volgens hem gezonder dan soja
of ander krachtvoer uit andere continenten. ‘Daarmee zouden
onze koeien misschien wel meer melk produceren, maar krijgen ze ook drachtproblemen of vervette aderen.’
Lees het hele artikel in het Financieele Dagblad.