Zaterdagavond debatteren policiti in politiek-cultureel centrum de Balie over Afghanistan. In de zaal hangen foto’s van Afghaanse burgers, gemaakt door fotograaf Ruben Terlou. “Ik wil laten zien hoe de bevolking de dupe wordt van de oorlog.”
Hij lacht er een beetje bij, maar weet waar hij het over heeft: “Stuur liever een paar honderd stratenmakers naar Afghanistan, in plaats van politietrainers.” Fotograaf Ruben Terlou (25) zit op zijn bank in Amsterdam-Geuzeveld. Aan de muur hangen grote zwart-wit foto’s van Afghaanse burgers. Een theepot staat op de gaskachel. Op de grond ligt een Oosters-ogend tapijtje.
Zaterdagavond hangen Terlou’s foto’s in politiek-cultureel centrum de Balie, tijdens een debatavond over Nederlandse hulp aan Afghanistan. Verschillende politici discussiëren er over de missie in Uruzgan en de plannen van het kabinet om politietrainers naar Kunduz te sturen.
Terlou zelf spreekt ook tien minuten. “Ik wil aan de hand van mijn foto’s vertellen hoe de bevolking wordt beïnvloed door de oorlog.” Terwijl Terlou vertelt, gooit hij zijn donkere, halflange haar steeds naar de andere zijde van zijn hoofd.
Zilveren camera
De Balie vroeg hem zijn foto’s tentoon te stellen, omdat hij als onafhankelijk reizende fotograaf het Afghanistan achter de schermen laat zien. “Onafhankelijk reizen doet vrijwel niemand, vanwege de onveiligheid”, weet Terlou.
Het is niet de eerste keer dat Terlou’s foto’s de aandacht trekken. Hij won in 2009 en 2008 een eerste, tweede en derde prijs van de Zilveren Camera voor buitenlands nieuws. Deze week verschenen enkele van zijn foto’s in het internationale tijdschrift Guide to Unique Photography.
Terlou studeert Geneeskunde aan het AMC. Binnenkort begint hij aan zijn coschappen. Fotograferen is zijn hobby. In Amsterdam fotografeert hij straatbeelden, soms maakt hij foto’s langs de kust. Maar het liefst fotografeert hij in het buitenland.
Na zijn middelbare schooltijd reisde hij met zijn camera naar China, West-Afrika en het Midden-Oosten. De laatste jaren ging hij steeds terug naar Afghanistan. “Visueel is het land ontzettend aantrekkelijk. Het is nog zo traditioneel en eigen. Als je daar rondloopt, waan je je echt in het oude testament. Al die gewaden en baarden. De infrastructuur is afschuwelijk slecht. Het is niet te vergelijken met de landen die eromheen liggen.”
Gebombardeerde bruiloft
Wat Terlou ziet in Afghanistan, ziet hij nauwelijks terug in de media. “Op het journaal is er vaak aandacht voor de eigen troepen en slachtoffers. Dat de bevolking de dupe wordt van de oorlog, komt niet vaak naar voren. Zoals een bruiloft die per ongeluk gebombardeerd wordt door de Amerikanen. Mensen die hun hele familie zijn kwijtgeraakt. Binnenlandse vluchtelingen. Ga zo maar door.”
In bloederige oorlogsfoto’s is Terlou niet geïnteresseerd. Hij probeert de alledaagse realiteit van de Afghanen vast te leggen. Het levert melancholische zwart-wit beelden op. Van oude vrouwen in de bergen tussen hun yaks, of van een man die helemaal verpakt in het verband rechtop zit in een ziekenhuisbed. Op een andere foto staat een kleine jongen voor een slordig gebouwd muurtje. Aan de randen is de foto wazig.
“Dat doe ik met een Chinese Holga camera van veertig euro.” Terlou tovert een plastic camera tevoorschijn. Het toestel weegt haast niets en lijkt op speelgoed. “Toen ik deze voor het eerst meenam op reis, verklaarden mijn vrienden me voor gek. Maar ik vind het effect wel mooi. Ik verslijt ze wel snel. Als je ze laat vallen of erop gaat zitten, breken ze meteen.”
Thee drinken met de buitenlander
Terlou reist in zijn eentje. In Afghanistan draagt hij een gewaad en een sjaal om zijn hoofd. De taal spreekt hij redelijk. Soms herkennen Afghanen hem niet als Westerling, andere keren roepen ze hem vanaf de overkant van de straat toe: “Hé buitenlander, kom je thee drinken?” “De bevolking is altijd heel behulpzaam en gastvrij. Maar ik heb me zeker onveilig gevoeld. Ik maakte bomaanslagen van dichtbij mee en liep het gevaar gekidnapt te worden door de Taliban.”
Criminaliteit, verzet en de Taliban lopen in Afghanistan volgens Terlou door elkaar. Daarom vindt hij niet dat de Taliban verjaagd moeten worden. Ook het bouwen van scholen voor vrouwen vindt Terlou niet realistisch. Die vrouwen moeten uiteindelijk toch weer in de keuken zitten. Ze worden behoorlijk onder de duim gehouden.
Over enkele decennia mogen ze hopelijk wel gewoon naar school. Maar dat gebeurt pas als mensen het beter hebben. Dan moeten ze eerst genoeg te eten hebben, en een betere infrastructuur en gezondheidszorg. Stuur dus liever een paar honderd straatwerkers naar Afghanistan. Dat zou fantastisch zijn.”
Gepubliceerd op Nieuw Amsterdams Peil