Dit artikel werd gepubliceerd in Trouw.
In het Zuid-Hollandse dorpje De Lier verwelkomt SK Roses zijn klanten met levensgrote foto’s op de muur en zelfs een eigen glossy. Maar in de rozenkas zelf worden gasten minder warm ontvangen. Voor de glazen schuifdeuren houdt eigenaar Marc Koene – half lange krulletjes in het vet –streng een beschermende outfit omhoog. Je mag pas verder als je bent ingepakt in grote plastic kniekousen, met daaroverheen een wit pak met mouwen, pijpen en een capuchon. “Wie weet wat je allemaal van buiten mee neemt”, zegt Koene. Zijn eigen trainingspak met bedrijfslogo verlaat het bedrijfspand nooit.
Eén stap over de drempel ruikt het plotseling naar lente. In een overdaad aan licht staan rijen witte rozenstruiken stilletjes te groeien.Snel schuiven de deuren weer automatisch dicht. Allerlei systemen werken hier hard aan precies de juiste atmosfeer. Koene duwt voorzichtig een paar blaadjes opzij om alles aan te wijzen. Tussen de bloemen, geplant op steenwol, hangen kleefplaatjes waar vastgeplakte beestjes worden gemonitord. Buizen op de grond sturen warmte omhoog langs de rozenstammen. Andere buizen spuiten uit kleine gaatjes onzichtbaar CO2. Het broeikasgas staat onder tuinders bekend als ‘bemesting’, want zonder CO2 groeien planten niet. Vlak onder het dak van de kas zorgen speciale schermen en ventilatoren voor de juiste luchtvochtigheid.
Al decennialang perfectioneert Koenes familie de systemen in hun kassen. Daarbij hoort ook zuinig omgaan met de grondstoffen en benodigdheden, ook wel verduurzaming genoemd. SK Roses recyclet veel water, gebruikt in de regel geen bestrijdingsmiddelen en zet ook licht, warmte en CO2 zo efficiënt mogelijk in. Die laatste drie maakt SK Roses zelf, net als de meeste tuinders, dankzij warmtekrachtkoppeling (wkk) – een installatie gevoed met aardgas, die stroom, warmte én CO2 produceert. “Best een uniek systeem”, zegt Koene. “Omdat je die drie allemaal in één kas gebruikt. Dat is dus beter dan een energiecentrale die soms nog warm water dumpt in de rivier.”
Gas afzweren stelt de sector voor problemen
Nu moet ook de tuinbouwsector verduurzamen, wat in de praktijk betekent dat tuinders als de Koenes hun kassen van het gasnet moeten afkoppelen. Ze moeten overstappen op elektriciteit. Toch kocht SK Roses voor deze nieuwste, derde vestiging in De Lier expres een kleine warmtekrachtkoppeling. Want gas afzweren stelt de sector voor problemen. Zonder warmtekrachtkoppeling moeten kassen hun stroom, warmte en CO2 ergens anders vandaan halen, legt Koene uit. Of en hoe kwekers dat kunnen doen, verschilt per gewas en locatie, maar hangt ook af van inkoopprijzen. Elke tuinder maakt iedere dag wel weer een andere rekensom voor de ideale balans in zijn kas.
De meeste energie die de sector nodig heeft, gaat naar warmte. Dat kán uit de grond komen, zoals in De Lier. SK Roses schreef zich in bij een aardwarmtenetwerk. Rondom de kas zijn bouwvakkers al druk bezig om het bestaande buizennetwerk uit te breiden. Koene verwacht zijn kas dit jaar te kunnen aansluiten.
Op zo’n twintig plekken in Nederland sloegen tuinders hun eigen aardwarmteputten. Dat doen ze gezamenlijk, want het is een kostbare onderneming, al snel zo’n twintig miljoen euro. En risicoloos is het niet. Sommige tuinders kunnen na investeringen van miljoenen nog steeds niet rekenen op aardwarmte.
In bodems waar geothermie niet goed bereikbaar is, biedt restwarmte uit de industrie soms een uitkomst. Maar ook die ontwikkeling gaat met vallen en opstaan. Een veelbesproken warmteleiding van de Rotterdamse haven naar Leiden stuit op allerlei problemen en laat dus op zich wachten; de speciaal hiervoor verenigde tuinders staan in de kou. Mogelijk kunnen zij aanhaken op een aardwarmtenetwerk kilometers verderop. In de tussentijd blijven de wkk’s aanstaan.
Zuiveren en transporteren van CO2 is duur
En dan CO2. Ook daar heeft Koene geluk. De kassen in het Westland zijn aangesloten op een netwerk van deels oude oliepijpleidingen waar een Shell-raffinaderij en een bio-ethanolfabriek hun vrijgekomen CO2 in spuiten. Kassen búiten dat zogeheten OCAP-netwerk krijgen dezelfde CO2 in vloeibare vorm geleverd in vrachtwagens. Maar dat is vaak lang niet genoeg. “Tuinders hebben met minder warmtekrachtkoppelingen méér CO2 nodig”, zegt Dennis Medema, Innovatiespecialist energie van Glastuinbouw Nederland. “Dat klinkt misschien tegenstrijdig, want de meeste industrie wil juist van CO2 af. Voordat een kas CO2 kan gebruiken, moet dat worden gezuiverd en getransporteerd. Dat kost veel geld.”
En dan zitten er ook nog externe prikkels in de weg voor bedrijven om CO2 naar tuinders door te sluizen. Subsidies en emissierechten prikkelen nu meer richting opslag onder zee, al wordt dat nog niet toegepast in Nederland.
Nog belangrijker en urgenter voor de energietransitie in de tuinbouwsector is volgens Medema de voorziening van stroom. De overheid heeft begin dit jaar de energiebelasting voor grootverbruikers verhoogd, om duurzame energie te stimuleren (Opslag Duurzame Energie). Voor tuinders pakt dat onvoordelig uit, hun bedrijven vallen in de tariefschijf waarvoor de prijzen het meest stijgen. “Kassen die juist losgekoppeld waren van aardgas gaan door die prijsstijging hun warmtekrachtkoppeling weer terugzetten”, zegt Medema. “Dat is echt te gek voor woorden.”
Zonnepanelen op kassen houden zonlicht tegen
Ook Koene vindt het onbegrijpelijk. “Dit gaat precies in tegen de elektrificering die de overheid wil. Elektriciteit is voor ons bedrijf straks 400.000 euro per jaar duurder.” Zelf stroom opwekken met zonnepanelen of windmolens is ook geen oplossing. Zonnepanelen op kassen houden zonlicht tegen en op schuren past vaak niet genoeg vermogen, hoewel Koene de mogelijkheden wel onderzoekt. In ieder geval krijgt SK Roses voor de bouw van windmolens geen vergunning. Het bedrijf staat te dicht bij een woonwijk.
Voor betaalbaar licht op zijn rozen, moet Koenes zijn kleine warmtekrachtkoppeling voorlopig dus nog wel even laten draaien, misschien zelfs harder dan voorheen. SK Roses wil dat de rekensom goed uitpakt voor het ideale klimaat in de kas.
Dit artikel werd gepubliceerd in Trouw.