In de film Twelve Angry Men uit 1957 beslist een jury van twaalf mannen over het lot van een 18-jarige die ervan wordt verdacht zijn vader te hebben vermoord. Elf juryleden willen de jongen meteen schuldig verklaren. Een gevaarlijke situatie, weet Astrid Homan. ‘Als een groep het over een onderwerp eens is, kan die mening steeds extremer worden, omdat mensen meer argumenten vinden die bij die mening passen.’ Homan is hoogleraar organisatiepsychologie aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde op het onderwerp diversiteit in groepen. Groepen zijn volgens Homan in staat om betere beslissingen te nemen dan individuen, maar daarvoor hebben ze wel de juiste omstandigheden nodig. Genoeg tijd om na te denken en zich in te leven in anderen bijvoorbeeld.
In 1957 konden groepen samen vooral over een onderwerp nadenken door bij elkaar te komen. Met grote groepen lukt zo’n mondeling overleg niet, volgens Homan, twaalf deelnemers is wel zo’n beetje het werkbare maximum. Maar tegenwoordig zijn er allerlei andere manieren om samen te beslissen. Met een (inmiddels alweer ouderwets) medewerkerstevredenheidsonderzoek peil én analyseer je gemakkelijk de mening van duizenden werknemers. Nieuwere software kan iedereen zelfs weer op elkaars mening laten reflecteren. Hoe werkt samen nadenken in zo’n proces?
Lees het hele artikel in Intermediair