Ondernemers

Quooker, vanaf de eerste schets

Han Peteri had het in de jaren zeventig eigenlijk opgegeven. Zijn kokendwaterkraan werd enthousiast gebruikt door kennissen, maar geld verdiende de natuurkundige er niet mee. Pas jaren later werd de uitvinding met hulp van zonen Niels en Walter het wereldmerk Quooker.

Han Peteri, vader van zes kinderen, zegde in de jaren zeventig zijn baan op als hoofd Research bij Unilever om aan zijn briljante idee te kunnen werken. Zes jaar lang knutselde Peteri in de kelder aan een kraan voor kokend water. Toen was hij door zijn geld heen en verdween de uitvinding in de ijskast. Zonde, vond zoon Niels.
Tijdens zijn studie rechten ontdekte hij dat hij net als zijn vader graag iets wilde máken. Hij koos de richting intellectueel eigendom en dook samen met zijn vader de kelder weer in. Niels: “Met mijn studententoelage en zijn pensioen hebben we het best lang uitgezongen.”

De kraan maakte in Niels’ handen een enorme revolutie door. Van een koperen prototype waar steeds weer iets anders aan kapot ging, werd de Quooker een roestvrijstalen serieproduct. “Moet je nu eens kijken,” wijst Niels trots om zich heen in het Quooker-pand, waar 150 mensen werken, “het is een hele bedrijfstak geworden.”

Quooker draait inmiddels een omzet van 40 miljoen euro en verkoopt kranen in tien verschillende landen. Een reclamecampagne rond de Fusion-kraan (3-in-1) is momenteel een grote hit en ook het nieuwe zeeppompje doet het goed. “We dachten niet dat we zo’n doodgewoon product nog konden vernieuwen, maar ons pompje is de eerste die je met één hand kunt bedienen”, vertelt Niels triomfantelijk. “We verkopen hem er nu in een kwart van de gevallen bij.”

En is de Quooker duurzaam? “Een waterkoker of fluitketel kookt bijna altijd te veel en te lang en wordt vaak voor de zekerheid nóg maar eens aangezet”, legt Niels uit. “De Quooker heeft daar geen last van. Bij de Quooker Combi, die ook warm water levert, hoef je de kraan bovendien nooit meer te laten lopen voor hij eindelijk op temperatuur komt.”

Heter dan 100 graden
Als je water onder leidingdruk tot

boven de honderd graden brengt,

komt het – eenmaal weer in de

normale atmosfeer – kokend uit

de kraan. Zo krijg je nooit meer

een schuimlaagje op je thee en is

instant soep daadwerkelijk

secondenwerk: de droom van

Peteri bij Unilever.

Evolutie
De Quooker begon als tank, werd

toen een tapje voor op het

aanrecht, hing nog even als geiser

aan de wand en verdween daarna

in het keukenkastje met een

aansluiting op de kraan. Inmiddels

komt uit één kraan zowel koud,

warm als kokend water en kun je

de kop omhoog en naar beneden

schuiven zodat het kokende water

niet boven je kopje alle kanten op

spettert.

Drukken en draaien
Mensen vrezen bij de Quooker

vaak voor hun veiligheid. Bij de

oude modellen kon je de knop van

de kraan er daarom in zijn geheel

afhalen, om te voorkomen dat

dorstige voetbalvriendjes hun mond

onder de Quooker hingen. Bij de

nieuwe kranen moet je eerste één

of twee keer op de draaiknop

drukken voordat je kokend water

krijgt.

Warmte vasthouden
De eerste tank was van koper en

verloor veel warmte. Met het oog

op duurzaamheid werd de Quooker

daarom verstopt in een dikke

schuimlaag. Later kon de tank weer

afslanken, dankzij de isolatie van

een thermosfles. De moderne

varianten zijn gemaakt van

roestvrijstaal: stijlvol en makkelijk

schoon te maken.

Gepubliceerd in Sprout