Gepubliceerd in Trouw.
In Kloosterburen, Noord-Groningen, namen dorpsbewoners de zorg op zich voor een met sluiting bedreigd bejaardentehuis en ontfermden zich ook over kinderen, groen en oude gebouwen. Zelfs Japanners kijken met interesse naar dit bouwen vanuit de behoefte van bewoners.
Een grote glimlach achter een rollator lokt nog blijere gezichtjes uit achter een kinderhekje. Een oude mevrouw zwaait naar twee peuters op de crèche tijdens een wandeling door de gangen van haar verzorgingstehuis. Tot 2013 was ’t Olde Heem, midden in het Noord-Groningse dorp Kloosterburen, een ouderwets bejaardentehuis met maar één functie. Maar toen professionele zorgorganisaties het gebouw wilden sluiten – het zoveelste opgegeven bejaardentehuis in die omgeving – namen dorpelingen de zorg op zich. Daar bleef het niet bij. Coöperatie Klooster & Buren zorgt inmiddels ook voor kleine kinderen, mensen met een beperking en voor de verduurzaming van oude gebouwen en tuinen in het dorp.
“Met die tuinen zijn we, zeker ook in deze coronatijd, vooral heel blij”, zegt coöperatie-oprichter Anne Hilderink (64). Ze staat tussen brede rijen groenten en kruiden. “Je kunt hier makkelijk afstand houden, bezig zijn en elkaar toch ontmoeten.” De weidse moestuin, waaruit bijna dagelijks eten op het bord belandt van bewoners van ’t Olde Heem en mensen in de dagbesteding, bezet maar een klein deel van de 12de-eeuwse kloostertuin. Er lopen paden en bruggetjes doorheen, lang verwaarloosd en kapot, maar nu ook toegankelijk voor rolstoelen.
Iedereen is er welkom. Buren komen vaak langs om een kijkje te nemen in de dierenweide of ze lopen door naar de Nicolaaskerk, ook onderdeel van de coöperatie. Het gebouw was lange tijd niet warm te stoken, maar kreeg leem en kalkhennep op de muren, vloerverwarming en een warmtepomp. De temperatuur is nu behaaglijk voor allerlei activiteiten, zoals yogalessen.
De coöperatie maakte ’t Olde Heem op deze manier geschikt voor appartementen, kinderopvang, een kantoor en binnenkort zelfs een schoonheidssalon. Koning Willem-Alexander bezocht de gemeenschap in 2018 en sprak erover in zijn kersttoespraak: “De bewoners hebben hun dorp weer een hart gegeven en ontfermen zich bovendien over oudere en kwetsbare dorpsgenoten. Iedereen telt mee. Kleinschalig, denken sommigen misschien. Maar ik denk: groots!”
Verschillende functies samenvoegen is dé manier van werken in deze Groningse krimpregio, vertelt Hilderink. Al neemt ze het woord ‘krimp’ liever niet in de mond. “We zijn een dunbevolkt gebied en zullen dat altijd blijven”, zegt ze. “Daar is niets mis mee.” Dat bestaande zorgorganisaties geen brood meer zagen in het relatief kleine en oude bejaardentehuis, komt volgens Hilderink omdat stedelijke modellen nu eenmaal niet op het platteland passen. “Daarin gaat het altijd om kwantiteit: er zijn zoveel ouderen of gehandicapten nodig om een instituut te maken. Die aantallen heb je hier niet, dus moet je iets anders ontwikkelen.”
Lees hethele artikel in Trouw.