Of de bal voor Zuid-Afrika de doellijn 11 juni passeert of niet, de sfeer zit er in het gastland in elk geval al goed in. Het WK is op straat al maanden bezig met vuvuzela’s, T-shirts, vlaggetjes en pletterpetten. En donderdagavond barstte het feest dan eindelijk echt los.
Je komt er in Kaapstad al lang niet meer onderuit. Reclameborden juichen je via de grootste voetbal-omwegen toe. Met een mooi horloge scoor je, goede benzine is het geheim voor een rake schop en wat je ook koopt, het betoogt in elk geval je steun voor de alomtegenwoordige bafana, bafana!
De bewoners doen er trots aan mee. Inmiddels wapperen op de gemiddelde auto al meerdere voetbalvlaggetjes. Had je er nog geen? Dan koop je toch wat bij het stoplicht? De toegesnelde verkopers hebben heel wat in de aanbieding: vlaggen in elke maat en nationaliteit, zijspiegelhoesjes in de juiste kleuren. Sommige bestuurders riskeren zelfs hun leven met een spandoek op het dak dat bij elke trap op de rem langzaam over de vooruit zakt.
Op de vrijdagen loopt het al helemaal uit de hand. Bafana Bafana Friday nodigt iedereen uit om zijn groengele shirt uit de kast te trekken. Hele schoolklassen veranderen in voetbalteams en ook op serieuze werkplekken wordt het steeds felgekleurder.
Voor andere bedrijven maakt het niet eens meer uit welke dag het is. De BP-benzinepomp heeft de juiste kleuren al te pakken dus die dost zijn medewerkers zeven dagen per week doodleuk uit met pletterpetten. En dat alles vrolijk vergezeld door toeterende vuvuzela’s uit de ramen van tientallen, voorbijrazende taxibusjes.
Lang niet iedereen gelooft in het succes van ‘onze jongens’, maar dat schijnt weinig uit te maken. Teams van over de hele wereld zijn populair en de Zuid-Afrikanen zijn niet te laf om hen aan te moedigen.
De buitenmuur van de Nederlandse ambassade toont een levensgrote afbeelding van Amsterdamse gevels. Een rood-wit-blauw lint versiert de woorden: Holland, Enjoy the World Cup! Op straat verschijnen steeds meer gemixte voetbaloutfits van de binnenstromende toeristen. En iedereen bespreekt het voetbalnieuws met elkaar in de openbare taxibusjes.
Gister was het dan eindelijk tijd voor het openingsfeest, nadrukkelijk voor álle stadsbewoners. Om twee uur ’s middags betreden de eerste artiesten het podium en stroomt het centrum langzaam vol. Een constant gezoem van vuvuzela’s trekt op uit de straten. Terwijl straatwerkers nog snel de laatste stenen inleggen en warm asfalt aanstampen, juicht het publiek al dansend en toeterend mee met Zuid-Afrikaanse DJ’s en welbekende volkszangers.
Een jonge presentator grapt de boel aan elkaar. Hij weet de hele menigte te verbroederen. ‘Ze zeiden dat we het niet konden, maar we zijn er klaar voor, we zijn klaar voor de wereld!’ Om de zoveel tijd checkt hij de vertegenwoordiging van de verschillende stadswijken. Bij de namen van de grote townships ontploft het publiek.
Al snel zit het grote plein potdicht, maar een straat verderop is het podium ook op schermen te zien. Drommen toeschouwers verzamelen zich en mensen vallen bijna over de reling van de stampvolle cafébalkons.
Met het strenge alcoholbeleid van Zuid-Afrika is het verboden om op straat te drinken. Er is geen straatbar of plastic bierglas te bekennen. Heel af en toe schop je tegen een leeg breezerflesje. Voor de feestsfeer maakt het maar weinig uit, dansen kunnen de Zuid-Afrikanen altijd wel. In de lege ruimten achter de schermen geven de echte enthousiastelingen omstebeurt een showtje weg.
T
ot diep in de nacht gaat het spektakel door. Ook de mensen in bed krijgen maar weinig slaap met alle rondrijdende feestauto’s vol vuvuzela’s. Van werken komt in het hele land waarschijnlijk maar weinig terecht vandaag.
De seconden tikken langzaam weg tot vier uur. En dan is de beurt aan Bafana bafana. Aan het publiek zal het in elk geval niet liggen.
Gepubliceerd op ZuidAfrika.nl