René van Geer (53) en Marianne van Sasse van Ysselt (49) hoorden halverwege de jaren negentig veel mensen klagen over al die pasjes in hun portemonnee. Ze gaven hun ontwerpbureau Spirid de opdracht een gave kaarthouder te maken. De plastic Bodycard werd de voorloper van hun nu wereldwijd verkochte Secrid.
De plastic Bodycard die Spirid ontwierp was voor zes gulden te koop en deed het vooral goed in de schappen van pompstations. Na 700.000 verkochte exemplaren hielden Van Geer en zijn vrouw er weer mee op. Ondernemen en dienstverlenen ging niet samen, merkten ze. Naast al het werk voor hun opdrachtgevers, was de Bodycard vooral een urenvuller en een leuk zakcentje.
Afslanken
De kaarthouder kreeg een tweede kans toen Spirid in 2008 van tien naar drie man moest afslanken. “Een rotjaar”, verzucht Van Geer, “maar daarna werden we gedwongen te kiezen voor wat we écht leuk vonden. We waren geen ontwerpbureau meer dat vooral werkte voor opdrachtgevers, maar echt ondernemers.” Ze besloten een eigen merk in de vorm van de pasjesportemonnee te ontwikkelen, mooier en veiliger dan de Bodycard. Van Geer kon er zijn liefde voor ontwerpen in kwijt, zijn vrouw haar gevoel voor mode en klantcontact.
Met financiële hulp van kennissen en vertrouwde leveranciers, produceerde het ondernemersstel in negen maanden tijd de eerste Secrid. In Nederland. Van Geer: “Met weinig handwerk in het ontwerp kan dat hier goed, snel en relatief goedkoop. En we leidden zo ten minste geen Chinezen op om ons te kopieren.”
Chinese kopieën
Het is inderdaad nog geen Chinees gelukt om echt goede kopieën te maken. Ze staakten hun pogingen al na een strenge brief van advocaat Willem Hoyng. De volgende generatie Secrid, de rechten studerende oudste dochter van het stel, waakt eveneens over het ontwerp. Secrid heeft zich sowieso ontpopt tot familiebedrijf, zoonlief wordt al intern opgeleid tot verkoop-expert en de jongste dochter staat te trappelen om zich met het merk en ontwerp te bemoeien.
Inmiddels gaat de verkoop richting de miljoen Secrids per jaar, in 45 landen. Vanover de hele wereld kloppen distributeurs aan. Van Geer gaat alleen met de echte volhouders in gesprek. “Laatst was dat een Chinees die al vier jaar wachtte op extra producten en kleuren. Hij gaat Secrid nu in China importeren. Uitgerekend daar openen we waarschijnlijk zelfs de eerste Secrid winkel.”
Vezelvingers
Van Geer klemde talloze keren een
stapeltje pasjes vanaf de zijkant tussen
zijn vingers en vroeg zich af: welk
materiaal laat de pasjes net zo goed
over elkaar glijden als de huid van
vingertoppen? Rubber sleet te snel en
RVS weefsels kostten meer dan
duizend euro per vierkante meter. Na
maanden proberen werden het met
vezels bedekte veertjes.
Knop
De Bodycard moest je achterover
buigen om een pasje te kunnen
pakken. Handig, maar niet meteen
duidelijk. Daarom kozen ze bij de
Secrid voor een knop die de kaartjes in
één soepele beweging trapsgewijs
omhoog liet schieten. Van Geer:“Zo’n
knop ontdekken mensen vanzelf en ze
laten het zien aan anderen.”
Klassiek
De Bodycard was van plastic,
materiaal dat paste in de jaren
negentig. In 2008 leek het mooie
aluminum van Apple geschikter. Maar
de verkoop van de Secrids begon pas
echt te lopen toen ze in een leren hoesje
werden gestoken. Van Geer: “Mensen
vinden het psychologisch fijn om een
klassieke portemonnee in hun handen
tehebben.”
Veilig
Het aluminium van de Secrid beschermt
pasjes met Radio Frequency Identification
(RFID) tegen ongewenste uitlezing. Zo
kun je tijdens het reizen met het openbaar
vervoer niet meer ongemerkt uitchecken
en kunnen bankpasjes, binnenkort
allemaal voorzien van RFID, niet van 25
meter afstand worden bediend door boeven.
Gepubliceerd in Sprout
Beeld: Autobahn