Ondernemers

Klimaatakkoord in praktijk: lokale energieopwekking

Gepubliceerd in Down to Earth Magazine.

In het Klimaatakkoord (juni 2019) staan meer dan 600 afspraken om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan. Wie doet wat? En lukt het om de afspraken na te leven? In een serie lichten we er een paar sectoren uit. Worden er al successen geboekt, wat zijn de valkuilen?

Als lokale bewoners mede-eigenaar worden van een wind- of zonnepark, blijft de opbrengst ervan deels in de buurt. Maar dat betekent niet dat de plannen door alle omwonenden gedragen worden.

 

Toen de gemeente Utrecht in 2010 zocht naar geschikte plekken om lokale energie op te wekken, leek industriegebied Lage Weide goed voor windmolens. De organisatie daarvan besteedde de gemeente uit aan Energie-U, een vereniging van Utrechters die het stroomgebruik in de hele stad willen verduurzamen. “Een hele energieke club mensen”, zegt Sander Willemsen, die zich in 2013 aansloot bij Energie-U. Dat zij het windmolenproject mochten verzorgen, vindt hij logisch. “Als bewoners dat zelf oppakken, zet je de stroom in waar je die lokaal wilt hebben. En kunnen winsten worden ingezet voor dingen waar je met z’n allen wat aan hebt.”

Uit de verschillende projecten van de vereniging koos Willemsen de Lage Weide-molens om zich mee bezig te houden. Destijds waren de financiering en benodigde contracten al uitgedokterd en enkele bedrijven hadden zich aangesloten. De gemeente had bovendien studies uitgevoerd naar omgevingseffecten. “Met vragen als: vliegen daar vogels? Zijn die beschermd? Maken de windmolens geluid? Hoe storend is dat ten opzichte van wat er al is?”, zegt Willemsen. Vanwege de zorgen die daar nog over bestonden, ging hij langs de deuren. Hij deelde folders uit, stond op braderieën en organiseerde energiecafé’s. Maar de zorgen verdwenen niet. Energie-U werd namelijk gedwarsboomd door een ándere club Utrechtse bewoners. Ze noemden zich De Buren van Lage Weide.

De afspraken

Volgens het Klimaatakkoord moeten omwonenden meeprofiteren van de energie van zonnepanelen of windmolens op land. Het streven is dat de helft van de productie eigendom is van burgers en bedrijven uit de lokale omgeving. Bewoners die zelf projecten starten, kunnen van verschillende overheidsinstanties geld krijgen (en bij succes weer teruggeven) voor de onderzoeken die nodig zijn voor een vergunningsaanvraag.

Lees het hele artikel in Down to Earth Magazine.