Vrijwilligers fietsenwerkplaats Smerig heeft weer toekomst. En hoe. Met een 50-jarig contract in het verschiet en decennia aan zelforganisatie-ervaring op zak.
Op de Van Ostadestraat nummer 233E in Amsterdam zit een verborgen fietsenmaker. Pas als je pal voor de deur staat zie je het handgeschreven stickertje boven de bel: Smerig. Je kunt er voor een habbekrats je band laten plakken of je elders afgeschreven fiets tot leven laten wekken. Of je leert zelf sleutelen op de wekelijkse zelfwerk-vrijdagmiddag.
Ze doen het al ruim dertig jaar zonder subsidie en zonder baas, de vrijwillige fietsenmakers van Smerig. In een gebouw dat al veertig jaar geleden op de slooplijst stond. In juni 2013 naderde de zoveelste houdbaarheidsdatum; het erfpachtcontract met de gemeente liep af. Maar de bewoners en gebruikers van het pand flikten het weer. Dit keer via de rechter. Die gaf de gemeente Amsterdam de opdracht om het eigenbeheer te verlengen voor nog eens vijftig jaar.
Kraakbeweging
Het begon allemaal eind jaren 70. Toen drukkerij Holdert uit het pand vertrok, wilde het stadsdeel ruimte maken voor vier etages nieuwbouwwoningen. Daar stak de kraakbeweging in 1980 een stokje voor. Ze trokken in het fabrieksgebouw en verdeelden het eigenhandig onder tien bewoners en tien organisaties, waaronder (krakers)drukkerij Raddraaier, enkele kunstenaarsateliers en later het Ostade theater.
Met behulp van de buurt en veel eigen protesten tegen de sloop lukte het de krakers zelfs om een erfpachtcontract te krijgen met de gemeente. De volgende dertig jaar mochten de krakers het pand beheren tegen een schappelijk bedrag.
Smerig was er al snel bij als fietsenwerkplaats voor de buurt. Het ging vooral om het recyclen van oude fietsen en het betaalbaar repareren met vrijwilligers. Iedereen kon bovendien langskomen om aan zijn eigen fiets te sleutelen. Later werd deze zelfwerktijd teruggebracht tot één dag in de week om meer ruimte vrij te maken voor het echte repareren.
Erfpachtpand
Maar bij fietsenmaken blijft het niet als je in een erfpachtpand huist. Alle bedrijfjes en bewoners van de Van Ostadestraat 233 zijn samen eigenaar van het pand. Ze moeten dus ook zelf voorzien in het onderhoud. Eerst rommelden de krakers wat aan, pas na een jaar of vijf kregen ze de smaak een beetje te pakken. In 1990 besloten ze externe klusser Giovanni in dienst te nemen om voortaan het grootonderhoud te regelen.
Giovanni werkt er nog steeds. Nu als penningmeester van het pand en als deeltijd fietsenmaker in Smerig. Als pensionado heeft hij naast zijn baantje bij een andere fietsenmaker tijd genoeg. Er hangt een heerlijk sfeertje in Smerig. Niemand heeft er haast en de meeste collega’s, zoals Jaap op klompen, houden wel van een praatje.
Niemand de baas
Het vereist allemaal wel wat organisatie, vertelt Giovanni. Er zijn bijvoorbeeld heel veel rommelige vergaderingen. Besturen is geen populaire functie. ‘We zijn krakers, dus de meeste mensen zijn nogal eigengereid en anti-autoritair. Iemand die graag de baas wil spelen, krijgt het niet makkelijk. Maar uiteindelijk staat er altijd wel iemand op.’
Het is de houding die Giovanni aanneemt bij elke vraag over de zelforganisatie van Ostade 233. ‘Natuurlijk zijn er conflicten geweest’, lacht hij schouderophalend. ‘We zijn net mensen hoor.’ Maar de 33 jaar ervaring van Ostade 233 wijst uit dat dit soort zaken zichzelf altijd wel weer oplost. ‘Gewoon, zoals mensen dat doen. Wie niet wint, schikt in of stapt op.’
Anti sloop actie
De vlam sloeg in de pan toen de gebruikers en bewoners eind 2007 lucht kregen van de plannen van de gemeente voor ná het 30-jarige erfpachtcontract: de boel zou alsnog platgegooid worden. ‘Alleen voor het Ostadetheater wilde de gemeente een nieuwe ruimte regelen’, vertelt Giovanni boos. ‘Maar wat moest er dan met de bewoners en de andere kleine bedrijfjes die zichzelf prima bedruipen?’
De vergaderfrequentie werd flink opgeschroefd en er kwamen workshops met architecten om de gemeente te laten zien dat de voormalige krakers het pand best konden benutten en onderhouden, ook met nieuwe erfpachtbedragen. De woonwerkgemeenschap zette al haar contacten in en nam een advocaat in de arm. Maar het was tevergeefs. Na zes jaar onderhandelen koos stadsdeel Zuid alsnog voor slopen.
Verbolgen stapten de pandbeheerders naar de rechtbank. En met succes. ‘De gemeente had zichzelf in de voet geschoten door ‘niet voldoende’ rekening te houden met onze belangen’, vat Giovanni het samen. ‘Toen de rechter dat zag, gaf hij ons gelijk. Nu krijgen we sowieso een nieuw contract voor vijftig jaar, tegen een ‘redelijke prijs’.
Denktank
Ostade 233 kan dus weer een halve eeuw vooruit. Maar er is veel werk aan de winkel. Het pand heeft in de onzekere tijden flink wat achterstallig onderhoudswerk opgelopen. Daar moeten nu de schouders onder. Er is zelfs een heuse denktank opgetuigd om te ‘innoveren’, Giovanni spreekt het woord nog een beetje onwennig uit.
Smerig blijft voorlopig nog gewoon doorgaan op de oude voet. Zelfs een bordje bij de deur hebben ze niet nodig, verzekert de fietsenmaker. ‘Vooral de zelfwerkdag is populair, dan moeten we ze soms echt van het lijf slaan.’ Andere fietsenmakers uit de buurt vinden het bestaan van Smerig volgens Giovanni ook prima. ‘Met onze eigen aanpak zijn wij geen concurrentie. Zij sturen soms zelfs oude fietsen door, omdat ze er zelf niet meer aan willen beginnen. Dat vinden wij nou leuk.’
Dit artikel werd gepubliceerd op nieuworganiseren.nu