In ‘Is er ruimte in de gevestigde orde?’ opent Marjorieke Glaudemans het gesprek over organisatie en filosofie. De boekpresentatie laat de hoofden alvast tollen.
In hoeverre vormen we zelf de wortels van onze gevangenschap? Het is een van de vele vragen in het nieuwe boek van Marjorieke Glaudemans. Als conceptueel kunstenaar schreef ze dit keer een boek. Voor managers, ondernemers, kunstenaars, wetenschappers… eigenlijk voor iedereen die wordt geprikkeld door de titel: ‘Is er ruimte in de gevestigde orde?’
Conversatie als vrijplaats
De uitgever huiverde toen hij het boek voor het eerst onder ogen kreeg. Meer noten dan tekst? Dit werk was volgens alle marktregels gedoemd om te floppen. Maar daar is hij van teruggekomen, vertelt Willem Desmense van uitgeverij IJzer op de boekpresentatie. ‘Het is ontroerend en, gek genoeg, spannend boek geworden.’
Er komen veel geroerde mensen aan het woord op de bijeenkomst aan de Oostelijkste Handelskade van Amsterdam. Sommigen inbellend vanuit Amerika of Egypte. Glaudemans vroeg hen stuk voor stuk om een persoonlijk antwoord te geven op haar werk. ‘Want het boek is bovenal een uitnodiging tot conversatie: als vrijplaats voor reflectie, om ruimte te houden.’
Waarde in Egypte
Enkele mensen hebben het boek nog niet eens uit. Het is ook niet bedoeld om in één beweging uit te lezen. Glaudemans stelt vragen, licht ze toe in noten en verbindt die noten vervolgens weer aan elkaar terwijl ze uitgebreid verwijst naar externe bronnen. Bladzijde 142 spant de kroon. De enige zin – ‘zijn is betrekkelijk’ – wordt aangevuld met maar liefst vier noten en een verwijzing naar een boek van een Vietnamese boeddhist.
Twintig jaar lang deed Glaudemans veldonderzoek naar de ongrijpbaarheid van de wereld en de menselijk wil om die ongrijpbaarheid weg te verklaren. Het resultaat: een pleidooi voor onbevangenheid. Daar ziet zelfs een jonge vrouw in Egypte de waarde van in. Politicoloog Daria Ofman vertelt via Skype hoe het boek haar helpt om de humor en de lichtheid te houden om met de wantoestanden daar om te gaan. ‘Hilarisch’ noemt ze de mens zelfs. ‘Kijk nou hoe we aanklooien met zijn allen.’
Nut en nutteloos
‘Niets zo nutteloos als filosofie en kunst’, stelt kunst- en organisatiefilosoof Ruud Kaulingsfreks. ‘Het enige doel dat ik kan bedenken is het vinden van het nut ervan.’ Daartegenover plaatst hij organisaties. ‘Heel nuttig, want ze leveren veel voordelen op. Dat hoeft geen betoog.’ Toch is het juist het nutteloze van kunst en filosofie dat ons raakt, denkt Kaulingsfreks. Dat geldt ook voor de vraag ‘is er ruimte in de gevestigde orde?’ ‘Elk antwoord op die vraag zou juist die ruimte negeren, omdat we haar dan alweer aan het invullen zijn.’
De bijeenkomst levert zoveel nieuwe inzichten op dat de gangbare slotvraag ‘Waar nog over uit te weiden?’, eerst op stilte stuit. Dan staat iemand uit de zaal op. De man, die zichzelf aankondigt als ‘gepensioneerd Nederlands burger’, vindt dat er inderdaad veel te veel gepraat wordt over nut, maar vraagt zich af: ‘Als we daaraan weten te ontsnappen, is het bestaan dan niet loodzwaar?’
Spelen
Het antwoord van verschillende mensen op het podium komt neer op één woord: spelen. Daarop reageert op zijn beurt Kaulingsfreks. ‘Organisaties zijn handig, dat meen ik echt. Ik kan alleen maar praten over nutteloosheid, omdat er nut is. Alleen maar spelen, pfff, het gaat juist om het constant botsen tussen nut en nutteloos. Dat is organiseren volgens mij. En daarom vind ik het ook zo leuk.’
De presentator neemt de microfoon over. ‘Om zeven uur moeten we deze ruimte verlaten’, klinkt haar al dan niet bewust dubbelzinnige opmerking. ‘Kunnen we het gesprek afronden?’, vraagt ze Glaudemans. Die komt tot een al even symbolisch einde: ‘De conversatie afronden? Dat zou ik nou juist niet doen.’
Meer over het boek
Gepubliceerd op nieuworganiseren.nu