Ondernemers

De Rotterdamse Kapsalon in Afrika

Hij ziet er een beetje onwennig uit op een wit bord in plaats van in een aluminium bakje. En de Kaapverdische twist aan zijn naam is ook nieuw. Kapsalao is nou eenmaal makkelijker uit te spreken voor de Kaapverdianen. Maar voor de rest is het een rasechte kapsalon. Helemaal overgekomen uit Nederland.

Fransisco Moreira (Frans in Nederland, Chico in Kaapverdië) nam hem mee de oceaan over toen hij stopte met zijn werk als kok bij een Haags cateringbedrijf om in Kaapverdië zijn eigen restaurant op te zetten. Hij werd er geboren en is nu terug om zijn vaderlandgenoten andere eetgewoontes bij te brengen. Zijn grote trots op de kaart is verse tonijnsteak met een groentemix van doperwtjes en stukjes wortel.

Frans’ kapsalon wordt nu nog vooral besteld door andere mensen uit Nederland. Geen blanke toeristen, maar Kaapverdianen. Ze zijn in hun vaderland op vakantie of met pensioen, of ze zetten net als Frans hun eigen zaak op. Vroeger verhuisden Kaapverdianen zodra ze konden naar het buitenland, maar inmiddels keren steeds meer migranten terug. Frans kent iemand die terugkwam om zonnepanelen te installeren, een ander runt een hotel en weer iemand anders heeft een eigen kickboksschool.

Voor Manuel de Candinho was remigreren pas echt een goede zet. Hij leefde een onzeker bestaan als muzikant in Rotterdam, tot de Kaapverdische overheid hem uitnodigde om coördinator van muziek te worden. Tegenwoordig houdt hij kantoor aan een van de grote pleinen van de hoofdstad en speelt hij gitaar tijdens zijn zelf georganiseerde evenementen in het aangrenzende muziekcafé.

Om al deze remigratie in goede banen te leiden begon de Europese Unie zelfs een speciaal project. Met hulp van onder meer de Nederlandse overheid worden remigranten ondersteund om hun geld en kennis uit het buitenland goed in te zetten. Vooral ondernemers zijn welkom in Kaapverdië. Ze kunnen helpen de hoge werkloosheid te verminderen. Veel remigranten richten zich op toerisme.

Freddy Gomes uit Rotterdam verhuurt sinds een jaar leegstaande huizen en is bezig begeleide tours op te zetten in de woonwijken. Het gaat goed, vertelt hij. Dat zegt ook Pedro Amado uit Rotterdam die een toerismebureau opzette. “Je hebt hier als ondernemer steeds meer kansen en het leven is lekker rustig”, vertelt hij, “Maar de mentaliteit is even wennen. Omdat veel mensen familie zijn, wil iedereen steeds een mooie prijs. Daar moet je heel flexibel in zijn.”

Met goedkope tickets en steeds meer resorts ontwikkelt de Kaapverdische eilandengroep zich snel tot populair vakantieland. Bovendien staan er allerlei huizen en stukjes grond in de aanbieding voor pensionado’s. Goed nieuws voor Frans dus. Want welke remigrant of toerist uit Nederland slaat een authentieke kapsalon nou af?

Foto: Eva Roefs

Gepubliceerd in Metro