Gepubliceerd in Genoeg Magazine.
De opbrengst van veel landbouwgrond gaat achteruit. Er worden te veel zware machines en te veel pesticiden gebruikt, volgens het Nederlandse Commonland. Wereldwijd laat de stichting zien hoe je uit het platteland niet alleen financiële, maar ook sociale, ecologische en inspirerende opbrengsten haalt. Genoeg ging kijken in Nederland en Zuid-Spanje hoe dat er in de praktijk uitziet.
Tussen de ruïnes van een Spaanse boerderij staat Yanniek Schoonhoven (28) in de zon. Haar grijze Deense Dog Taiga trippelt om haar heen, met alle aandacht op de kleine schildpad in Yannieks armen. ‘Leuk he?’ zegt Yanniek en tilt de schildpad uit bescherming nog wat hoger op. ‘Taiga ziet hem volgens mij vooral als lekker hapje.’
Yanniek vond het kleine beestje vanochtend in de tuin. Hij scharrelt er al maanden rond tussen de munt, salie en wilde bloemen. De tuin is een van de weinige stukjes grond in de wijde omgeving waar verschillende planten en dieren welkom zijn. Op dit Zuid-Spaanse platteland staan duizenden akkers vooral vol met amandelbomen, met zo weinig mogelijk ander leven ertussen.
Leven op de akkers
Het was precies de reden dat Yanniek hier in 2016 naartoe kwam. Ze liep stage bij de Nederlandse organisatie Commonland, wereldwijd bezig om een meer ecologische benadering van land en grond te verspreiden. De stichting pleit op deze Spaanse hoogvlakte bij Murcia bijvoorbeeld voor meer variatie in de begroeiing en meer geulen en heggen op de velden, zodat de bovenste laag grond niet zo snel wegspoelt of wegwaait.
Yanniek ging voor haar scriptie langs bij een van de boeren die hiermee pionierde, Alfonso Chico de Guzmán. Toen ze de 28-jarige zoon van een adellijke grootgrondbezittersfamilie ontmoette, wilde ze niet meer weg. Ze wonen inmiddels samen tussen de verlaten huizen van het sinds de mechanisering overbodig geraakte, dus vertrokken, personeel van de boerderij.
Yanniek interviewde Alfonso in eerste instantie voor haar scriptie. Ze onderzocht de hobbels die boeren moeten nemen om hun landbouwtechnieken te veranderen. Een belangrijk onderdeel van Commonland’s advies is minder gebruik van zware machines. Die drukken de ondergrond immers zo plat dat het land minder vruchtbaar wordt. Door minder te ploegen met machines groeien er bovendien kleine plantjes tussen de amandelbomen, goed om de bodem luchtig en waterdoorlaatbaar te maken en om de grond vast te houden bij wind en regen. Maar veel boeren vinden het terugdringen van grote machines een bizar plan. Hoe moeten ze dan hun enorme percelen grond bewerken? In deze droge regio zouden niet-weggeploegde plantjes bovendien het water van de amandelbomen opdrinken.
Risico’s
Alfonso probeert het al een paar jaar en kwam inderdaad de nodige hobbels tegen. In zijn pogingen om minder te ploegen verpieterden eens duizenden amandelbomen. Waarom gewassen soms inderdaad de strijd om grondstoffen verliezen is niet altijd duidelijk. Een van de aangesloten boeren bij Commonland, tevens wetenschapper, doet allerlei experimenten om daar achter te komen. Yanniek startte de Regeneration Academy, waarmee ze internationale studenten begeleidt in hun onderzoek naar alternatieve vormen van landbouw.
Alfonos’s familie bezit gelukkig nog honderden andere hectaren om verliezen zoals duizend amandelbomen mee op te vangen, maar het laat wel zien dat omschakelen niet zo makkelijk is. Nieuwe technieken uitproberen betekent risico’s. Daar zitten de meeste boeren niet op te wachten. Ze kunnen al bijna niet meer leven van hun land.
Nieuwe moraal
Dat is voor Commonland júist een reden om het roer om te willen gooien. Nu landbouw nog voor weinig mensen genoeg geld in het laatje brengt en het platteland daarom wereldwijd leegloopt, vindt de organisatie het tijd voor een nieuwe moraal. En wel het zogenoemde 4-returns-model, legt Willem Ferwerda uit, directeur van Commonland. ‘Landeigenaren zijn nu wereldwijd vooral gericht op: maximalisatie van winst per hectare. Dat is op de lange termijn niet realistisch. Winst is nodig om je bedrijf draaiende te houden en nieuwe investeringen te doen, maar als je steeds meer uit het ecoysteem trekt, ga je uiteindelijk failliet.’
Volgens Commonland raakt de grond immers uitgeput, trekken jongeren en daarmee de sociale structuren weg en hebben weinig mensen nog hoop in plattelandsregio’s zoals deze Spaanse hoogvlakte. Maar precies deze trends kunnen in de regio ook ten goede worden gekeerd. Dat zijn de vier returns die Commonland bedoelt. Door grond op de juiste manier te bewerken kan het naast financieel kapitaal (1) ook weer stevige sociale structuren (2), een gezonde ecologie (3) en lokale trots en inspiratie (4) terugbrengen.
Meer toerisme en trots
In Zuid-Spanje bracht Commonland al honderden boeren, ondernemers, investeerders en andere betrokkenen samen om dat voor elkaar te krijgen. In de Spaanse vereniging Alvelal krijgen boeren workshops, advies en financiële hulp om andere technieken uit te proberen. Ze plaatsen bijvoorbeeld meer bomen en heggen op hun akkers; die zorgen voor biodiversiteit en houden harde wind tegen. Of ze maken meer geulen en dammen om wegspoelend water en grond op te vangen. Of ze ploegen minder met zware machines; in plaats daarvan kan het gecontroleerde bezoek van een kudde schapen ook de bodembedekking in toom te houden.
Bij Alvelal werken ook lokale overheden mee om toeristische attracties op de kaart te zetten en leren chefs en restauranthouders elkaar in workshops over lokale producten en gerechten. Zo willen ze samen zorgen voor meer toerisme, trots en werkgelegenheid in de regio.
Stil geworden
Niet alleen Zuid-Spanje leent zich daarvoor. Ook in het Veenweidegebied rondom Amsterdam, Zaanstad, Hilversum en Utrecht worden boeren aangemoedigd om het anders te doen, vanuit bijna dezelfde motivatie. ‘Het boerenbedrijf heeft het in Nederland steeds moeilijker gekregen’, zegt John van Duursen. Hij is de directeur van de, mede door Commonland opgerichte, Nederlandse stichting Wij.Land. Tientallen boeren, maar ook natuurbeheerders en terreineigenaren sloten zich aan. ‘Veel boerenbedrijven zijn sterk afhankelijk van antibiotica, kunstmest of krachtvoer voor hun winstgevendheid.’ Maar zo’n model is volgens Van Duursen op termijn niet houdbaar, want de natuur betaalt een prijs. ‘Waar zijn de vogels en het bodemleven gebleven? Waarom is het zo stil geworden?’ En dan zijn er nog de opvolgingsproblemen. Van de 55 duizend landbouwbedrijven in Nederland in 2016, werden er 15.000 gerund door iemand van 55 jaar ouder, zonder zicht op een opvolger.
Natuurmaaisel
Het leidt tot frustratie bij boeren, maar ook bij natuur- en terreinbeheerders. Zij zien volgens van Duursen pachtboeren vaak als noodzakelijk kwaad om de rekeningen te kunnen betalen. Het waren de natuurbeheerders die in 2016 aan de bel trokken. Van Duursen: ‘Ze hadden pachters, maar wilden partners. Geen gevecht meer, maar samenwerking.’
Als ‘neutrale derde’ ging Wij.Land met de natuurbeheerders en boeren in gesprek over wat hen dwars zat en wat er kon veranderen. Twee grote thema’s die terugkwamen: Er moest iets gebeuren met de bodem en met het maaiafval.
Commonland herstelt de ecologie van landschappen wereldwijd middels het 4-returns model. Het gaat om een return van
1. financiaal kapitaal,
2. natuurlijk kapitaal,
3. sociaal kapitaal
4. inspiratie.
De organisatie, onder leiding van Willem Ferwerda, is sinds 2014 bezig in Zuid-Spanje, Zuid-Afrika, en West-Australië. Sinds 2016 ook in het westelijke veenweidegebied rondom Amsterdam. Willem Ferwerda stond in 2016 op plek 1 van de Duurzame 100 van Trouw en hanteert het motto ‘Als je mensen meekrijgt, kun je ieder ecosysteem herstellen.’
Tot dan toe betaalden terreinbeheerders als Natuurmonumenten om hun gras te laten maaien en het maaiafval uit het gebied af te voeren, hoewel maaisel juist goed kan zijn voor de bodem van de boerenbuurman. Samen ontdekte Natuurmonumenten met acht pachtboeren het product Bokashi, een alternatief voor kunstmest, gemaakt van natuurmaaisel. Boeren kunnen het maaien op zich nemen en het afval ter plekke gebruiken voor hun bodem. ‘Kijk’, roept van Duursen, ‘dan heb je dus een kostenbesparing aan de kant van de boer, aan de kant van de natuurbeheerder én voor de bodem, die op een natuurlijke manier wordt bemest. En er ontstaat eindelijk een ander gesprek tussen alle partijen.’
En hier is het niet bij gebleven. Wij.land werkt verder aan het verbeteren van biodiversiteit, grondfinanciering, kennisuitwisseling en ‘Boeren van Amstel’, die samen met de Vogelbescherming zogenaamde weidevogelmelk op de markt willen brengen.
Gekke aanpak
Ook in Zuid-Spanje begint de aanpak van Commonland volgens Yanniek steeds meer vruchten af te werpen, vertelt Yanniek. Ze zit inmiddels met een kopje thee in haar tuin en heeft de schildpad veilig losgelaten. ‘Het is voor boeren wel moeilijk om het anders te gaan doen’, zegt ze. ‘Niet alleen vanwege financiële risico’s, ook sociaal kan het lastig zijn. Als je plantjes op je akkers laat groeien, wordt daarover geroddeld.’ Ze kent een oudere boer die was gestopt met werken en vaak naar de bar ging. ‘In zo’n dunbevolkt gebied is dat echt je sociale leven. Maar op een gegeven moment wilde de man die gezelligheid niet meer opzoeken. Er werd in de bar namelijk zo slecht gesproken over zijn zoon. Die had de boerderij overgenomen en deed het niet zoals het hoorde.’
Inmiddels duiken in diezelfde barretjes ook verhalen op van boeren die ondanks hun gekke aanpak wel een goede opbrengst hebben. ‘Nu komen sommige conventionele boeren soms nieuwsgierig kijken hoe het kan dat er na drie jaar zonder bestrijdingsmiddelen nog géén plaag is geweest en de bomen vol zitten met amandelen.’
Zoals vroeger
Ook Alfonso’s vader heeft de nieuwe technieken niet altijd begrepen, maar stond wel achter zijn zoon. En wat vinden Yannieks ouders en broertje en zusje ervan dat ze recht uit de studiebanken naar het afgelegen Spaanse platteland is verhuisd? Die vinden het wel wat, aan hun gezichten te zien als ze – te paard – helpen om de koeien te verplaatsen. Ze zijn voor Yanniek en Alfonsos verlovingsfeest langsgekomen op de boerderij.
Maar het meest enthousiast zijn Yannieks grootouders, zelf ook opgegroeid op een boerderij. ‘Zij zijn extreem blij dat ik weer het boerenleven inga’, zegt Yanniek. Zij en Alfonso doen dat eigenlijk helemaal niet zo anders dan haar overgrootouders het vroeger deden. ‘Mijn overgrootouders hadden een kleine boerderij waarin ze ook heel holistisch te werk gingen. Er waren veel verschillende dieren en tussen de gewassen groeiden allerlei bomen, heggetjes, bloemen en wilde natuur. Dat proberen wij eigenlijk weer terug te brengen.’
Foto: Gabriela Hengeveld