Duurzaamheid

Ik ging op bezoek bij drie twintigers die zoveel mogelijk van de natuur willen leven

Ik bevond mezelf ooit in Amerika, op de top van een heuvel met honderdvijftig twintigers. Sommigen huilden tranen van geluk, anderen riepen geëmotioneerd dingen als ‘prachtig’ en ‘fantastisch’. Er lag een cirkel van stenen op de grond, er was een kampvuur en zelfgemaakte wijn. Een van de meisjes had de tekst ‘grow wild’ op haar vingers getatoeëerd.

In tegenstelling tot wat je zou denken, was ik niet op een bijeenkomst van een of andere Rainbow Family en stond ik ook niet op het punt om geofferd te worden. Ik was omringd door jongeren die elkaar een weekend lang lieten zien hoe je groente kunt fermenteren en hoe je een dood varken in eetbare stukken kunt snijden.

Het is geen alledaagse bezigheid voor de meesten onder ons, die hun weekend het liefst doorbrengen met speciaalbier in hun favoriete stamkroeg en daarna een vette hap. De jongeren die ik op de top van die berg in Amerika ontmoette heten permies, een verbastering van permacultuur: samenwerken met de natuur om een duurzame leefomgeving te creëren. De mensen die ik daar leerde kennen, leerden me het motto van deze leefwijze, die in de jaren zeventig in Australië ontstond: If you can’t beat it, eat it. Met andere woorden: is er een konijnenplaag? Eet konijnen! Kun je het onkruid en de wilde planten in je achtertuin niet onder controle houden? Maak er iets lekkers van!

Akkoord, bij het idee van mensen die dingen roepen zoals “ga toch weg met die mais- en sojavelden,” kun je al snel je wenkbrauwen fronsen en binnensmonds dingen prevelen over idealisme en vage hippiecultuur. Maar permies bevinden zich op dit moment overal ter wereld, ook in Nederland. Ik was benieuwd of de jonge Nederlandse permiegarde even extreem is als die in Amerika, dus ik zocht er een paar op.

Pascal Gelling (23), Zevenhuizen

{image:3578}

MUNCHIES: Ha Pascal, vertel eens, waarom liggen er oude boterhammen op de verwarming?
Pascal Gelling: Die liggen te drogen voor de kippen. Zo hoeven we ze niet weg te gooien en blijven ze langer goed.

En wat staat daar achter de schuur?
Twee bijenvolken, en dat daar is een houten stellage die ik op het internet vond. Ik ben er echt fan van omdat ik mijn kruiden er zo lekker in kan drogen.

Waarom ben jij een permie?
In plaats van tegen de natuur in te gaan, werk je ermee samen. Op dit veldje ga ik bijvoorbeeld fruitbomen en ganzen neerzetten. Ganzen houden het gras kort, geven eieren en vlees, en bemesten de grond. Ik zorg ook voor schuil- en nestelplekken voor vogels en egels, zodat ze rupsen en slakken kunnen opeten. Oude boomstammetjes waar ik gaatjes in heb geboord trekken extra insecten aan, die dan weer planten bestuiven. De natuur heeft alles al goed geregeld. Ik hoef verder vrij weinig doen.

Je bent IT’er, maar je wil liever fulltime dit doen, toch?
Ja. Veel mensen die een hele dag op kantoor naar een schermpje kijken hebben een drang naar meer contact met de natuur, merk ik. Anders zie je de seizoenen alleen door een raam veranderen. Ik werk nu veertig uur per week als IT’er. Daarmee spaar ik voor een eigen stuk grond om zo zelfvoorzienend mogelijk te worden.

Hoe zie je dat voor je, dat zelfvoorzienend zijn?
Het liefst met gelijkgestemden in een ecodorp. Dat klinkt als een commune, maar ik wil geen zweverige bijeenkomsten. Ik wil gewoon een plek waar je kunt wonen en werken zonder pesticide of chemicaliën. Wat nu een ‘ecodorp’ wordt genoemd was vroeger gewoon een dorp. Ik ben van plan om zelf huizen te bouwen volgens de principes van permacultuur. Ik hoef geen cv-ketel in mijn huis als ik ook duurzaam hout kan laten groeien in de achtertuin. En ik stop de wc niet in een hoekje zonder raam voor licht of ventilatie. Als je kijkt waar de zon opkomt, kun je je ramen zo plaatsen dat er overdag nooit een lamp aan hoeft en de hete zomerzon niet naar binnen schijnt.

Tosca Flora Peschier (26), Haarlem

{image:3577}

MUNCHIES: Is dat berenklauw?
Tosca Flora Peschier: Ja, dat vinden veel mensen eng, maar berenklauw is wel goed voor de bijen. En ze maken de grond klaar voor de volgende stap: artisjokken of aardpeer. Al weet je het nooit zeker met een voedselbos. Het blijft experimenteren. Het oudste voedselbos in Nederland is pas zeven jaar oud.

We zijn hier in Haarlem, in de permacultuurtuin die jij hebt opgezet.

Wie komen hier zoal?
Iedereen, van kleine kinderen tot mensen van zestig. Dames uit een van de rijkste gemeenten van Nederland, een jongen die in de bijstand zit en mensen die oorspronkelijk uit Amerika, Israël, Frankrijk, het Midden-Oosten en Afrika komen. Dat is ook het doel van de tuin: iedereen leren wat je allemaal kunt met een plant uit de achtertuin.

Als community-tuin zijn we onderdeel van een grotere beweging die eerlijk en duurzaam eten wil. Daar horen boeren, wetenschappers en activisten bij. Ik heb de March Against Monsanto georganiseerd, maar ga ook in gesprek met mensen die werken voor landbouwmultinationals of biotechwetenschappers. Dat zijn ook gewoon intelligente mensen, met talenten en kwaliteiten. Ze hebben alleen een ander wereldbeeld, waardoor we vaak toch tot verschillende conclusies komen.

Voor de meeste mensen is het niet echt realistisch om hun eigen eten te verbouwen. Zal het meeste voedsel niet toch van grote boerderijen moeten komen?
Biologische groente is voor veel mensen inderdaad onbetaalbaar. Dat is een lastig verhaal met veel kanten. Nu produceren grote boerderijen bijvoorbeeld veel bulkvoedsel met monocultuur en dus veel chemische hulpmiddelen. In Europa kunnen ze dat vaak niet zonder landbouwsubsidies, want de grote ketens van supermarkten dwingen te lage prijzen af.

In onze buurttuin willen we dat mensen gratis groente en fruit kunnen halen en leren hoe ze zelf in de tuin of vensterbank groenten kunnen kweken. Maar buurttuinen zijn niet de hele oplossing. Ze passen in een grotere transitie naar een volledig eerlijk en ecologisch voedselsysteem, waar boeren, wetenschappers en activisten wereldwijd aan werken.

Waas Thissen (21)

{image:3579}

MUNCHIES: Hoi Waas! Wat doe jij hier?
Waas Thissen: Ik sta hier op bij het Sciencepark in Amsterdam, waar ik een voedselbos wil planten. Ik ontwierp het met vier medestudenten van de Universiteit Wageningen. Mijn leven is dertig procent permacultuur en zeventig procent studentenleven. Ik had ook een tussenjaar waarin ik bij een Engels stel een praktijkcursus volgde hoe je zoveel mogelijk kunt leven van een moestuin en allerlei dieren.

Dieren? Eten permies vlees?
Veel permies vinden het oké om dieren te eten als ze die zelf opvoeden en slachten. Het Engelse stel had kippen, koeien, ganzen en varkens. De varkens doden vonden ze het moeilijkst, want daar waren ze het meest aan gehecht. De man deed het met een pistool, dan was het wel in een keer klaar. Ik eet geen vlees meer. Behalve als de afwasser van de kantine van het Sciencepark een bak vlees weggooit. Als het anders weggegooid wordt mag het.

Wat gaat hier groeien?
Voor een deel komen er eenjarige planten, zoals sla, courgette en boontjes. Tachtig procent wordt meerjarige planten, veel bessenstruiken en fruitbomen. En we kijken wat er spontaan opkomt. Van wildgroei kun je veel meer eten dan de meeste mensen weten. Voor mijn deur staat bijvoorbeeld een meidoorn waar ik weleens blaadjes van pluk om thee te zetten.

Wat moet je doen voor een voedselbos?
Met een voedselbos boots je een natuurlijk bos na, dus dat houdt zichzelf in stand. Je vervangt alleen sommige soorten voor soorten die nuttig zijn voor de mens. Het kost vooral veel denkwerk om zoveel mogelijk mankracht en machines eruit weg te designen. Daarna blijf je aanpassen met de feedback die je krijgt van het systeem. Een docent vergeleek het met engineering. Je blijft tweaken aan onderdelen tot het werkt.

Zijn grote landbouwboerderijen niet veel efficiënter?
Niet op de lange termijn. Het traditionele landbouwsysteem is afhankelijk van fossiele brandstoffen, die steeds schaarser en duurder worden. Bovendien komen er veel broeikasgassen en meststoffen in het milieu en gaat de bodem achteruit. Met permacultuur kun je die schade beperken. Dat kan samen met bio-technologische innovaties, zoals vertical farming en gentech, die landbouw productiever maken.

Gepubliceerd in MUNCHIES