Gepubliceerd in Binnenlands Bestuur.
Autobezitters in Haarlem en Amersfoort stemden de duurzame ambities van de gemeente in een referendum weg. Hoe nu verder?
Steden willen de parkeerdruk verminderen, maar veel bewoners hechten aan een eigen auto voor de deur. Toen Amersfoort en Haarlem begonnen aan een groener autobeleid, bundelden tegenstanders de krachten in een lokaal referendum. Driemaal raden wie won.
Referendum
Welke bewoner is er voor betaald parkeren in de straat? Die vraag stellen gemeenten hun inwoners liever niet. Maar ze moeten wel als tegenstanders succesvol een referendum organiseren. Het overkwam Amersfoort eind vorig jaar. Wethouder Tyas Bijlholt (mobiliteit, D66) had toen net een uitgebreid visiedocument opgesteld.
Dichtslibben
‘Het autobezit is nog steeds groeiende’, stelt Bijlholt. ‘We zien bij knooppunt Hoevelaken de A1 dichtslibben en we zouden ongeveer de omvang van de binnenstad moeten aanleggen aan parkeerplekken om, zoals afgesproken met het kabinet, ruim tienduizend extra woningen binnenstedelijk te bouwen met de huidige parkeernormen. In verband met hittestress en wateroverlast is het aanleggen van meer groen in de stad heel belangrijk. We moeten dus aan mobiliteitsknoppen gaan draaien.’
Kaders
In sommige meer centraal gelegen Amersfoortse wijken bestond al gereguleerd parkeren. Dat wil zeggen: betaald parkeren voor bezoekers zonder vergunning. Dat had volgens Bijlholt een waterbedeffect, met als gevolg overlast van langparkeerders in woonwijken waar je de auto gratis stalt. Om zo’n zelfde effect in de toekomst te voorkomen, was Bijlholt nu van plan om in de héle stad parkeerregulering invoeren. Hoe precies? Daarover wilde hij nog met de wijken en het bedrijfsleven in gesprek. ‘Als je met een wit vel in de hand bewoners gaat vragen wat ze met mobiliteit willen, wordt het een lastig gesprek. Dan zeggen ze: “Daar hebben we de gemeente toch voor?” Met het visiedocument schepten we alvast kaders om de wijk mee in te gaan.’
In het uitgebreide visiedocument van het Amersfoortse college stonden allerlei nuances.
Gedwarsboomd
Bijlholt wilde bijvoorbeeld ook uitleggen dat de gemeente zonder parkeerbeleid weinig te zeggen heeft tegen bewoners die hun auto op straat parkeren en hun eigen oprit voor iets anders gebruiken. Maar die gesprekken in de wijk werden tijdelijk gedwarsboomd. Bijlholt: ‘Dat we gereguleerd parkeren in héél Amersfoort wilde invoeren, leidde tot weerstand bij bewoners van wijken die geen overlast ervoeren. Een van de initiatiefnemers wilde een referendum. Toen er inderdaad een raadgevend referendum zou komen, voerde een aantal politieke partijen daar actief campagne voor.’
Nuances
In het uitgebreide visiedocument van het Amersfoortse college stonden allerlei nuances. Zo moest er nog worden gesproken over lagere parkeertarieven bij winkelcentra, voor visite en een regeling voor mantelzorgers. Maar het referendum kwam slechts op één vraag neer met – naast blanco – twee antwoordmogelijkheden. Bijlholt: ‘Voor stemmers leek het of ze duidelijk “ja” of “nee” konden zeggen.’ Dat leidde eind november tot een duidelijke uitkomst: zo’n driekwart van de Amersfoorters zei ‘nee’.
150 voetbalvelden
Het Amersfoortse referendumnieuws werd op de voet gevolgd door twee wethouders in Haarlem. Ze hoopten dat het hen anders zou vergaan. In Haarlem, met 165.000 inwoners, worden zo’n 150 voetbalvelden aan openbare ruimte in beslag genomen door geparkeerde auto’s. Dat is nog los van de gestalde auto’s in parkeergarages of op eigen opritten. Het coalitieakkoord uit 2022, getiteld ‘Actie! Aan de slag voor een sociale, groene en leefbare stad’, noemt verschillende maatregelen om die ruimte voor auto’s niet verder uit te breiden. De coalitie plant een nieuw OV-knooppunt, wil meer fietsroutes en fietsparkeerplekken en heeft ook plannen voor meer gereguleerd parkeren.
De ervaring leert dat men zelden tot nooit terug wil naar een situatie zonder parkeerregulering
Twee wethouders
Voor dat laatste onderdeel worden twee verschillende wethouders aan het werk gezet, namelijk Robbert Berkhout (klimaat, GroenLinks) en Bas van Leeuwen (mobiliteit, D66). In de nota ‘Uitwerking parkeerregulering’ leggen zij inwoners uit dat meerdere Haarlemse wijken kampen met een parkeerdruk boven de 100 procent en dat dit leidt tot gevaarlijke parkeersituaties. De nota stelt ook dat in meerdere steden al gereguleerd parkeren is ingevoerd. Daar nam de parkeerdruk af en werden parkeerplekken omgezet in groen, in ontmoetingsplaatsen en in speelplekken voor kinderen. ‘De ervaring leert dat men zelden tot nooit terug wil naar een situatie zonder parkeerregulering waarin het straatbeeld werd gedomineerd door geparkeerde auto’s.’
Spaak
Maar ook de Haarlemse wethouders wordt een spaak in de wielen gestoken met een aangevraagd referendum. Het is pas geldig als ten minste 30 procent van de kiesgerechtigden meestemt. Dit wijkt af van de Model Referendumverordening van de VNG. Die hanteert sinds een herziening in 2019 juist geen opkomstdrempel meer, met de uitleg: ‘Een referendum is altijd een advies aan de raad, deze neemt uiteindelijk het besluit. Daarnaast zorgt een opkomstdrempel in de praktijk voor verwarring en mogelijk strategisch stemgedrag in de vorm van thuisblijven. Dat strookt niet met de gedachte dat een referendum een participatie-instrument van en voor burgers is.’
Objectief
De Haarlemse wethouders willen in de aanloop naar het referendum inhoudelijk geen commentaar geven aan Binnenlands Bestuur. Zij zeggen als gemeente immers alleen objectieve of neutrale voorlichting te mogen geven over het referendum. De collegepartijen voeren dan ook geen campagne. Volgens de referendumverordening zou dat wel mogen, maar dan alleen via eigen mogelijkheden en niet met een subsidie. Haarlem verstrekt campagnesubsidies aan veertien aanvragers, waarvan één in de categorie ‘voor’, drie in de categorie ‘tegen’ en tien in de categorie ‘neutraal’.
De gemeenteraad besluit 28 maart unaniem om de nota gereguleerd parkeren in te trekken
Niet bereikbaar
Op 6 maart stemmen de Haarlemmers over een nota waarvan de titel het weer heel simpel stelt: Uitwerking parkeerregulering: Uitbreiding betaald parkeren in Haarlem. Ruim 37 procent van de Haarlemmers stemt, en wel met 85 procent tégen. Ook in de weken daarna zijn de wethouders niet bereikbaar voor commentaar. De gemeenteraad besluit 28 maart unaniem om de nota gereguleerd parkeren in te trekken en geeft het college de opdracht om in gesprek te gaan met de stad en daarna met een nieuw voorstel te komen.
Gesprek
Het raadgevend referendum is een advies aan de gemeenteraad en verplicht tot niets. In Amersfoort kwam het voorstel voor gereguleerd parkeren volgens de regels van de gemeenteraad al kort na het referendum ter stemming in de gemeenteraad. Daar werd het plan alsnog aangenomen, met enkele aanpassingen. Een aantal noordelijke wijken die geen overlast ervaren, gaan bijvoorbeeld pas in 2035 over op gereguleerd parkeren. Nog altijd is het plan om in de wijken het gesprek aan te gaan met bewoners over hoe het parkeerbeleid in hun straat eruit kan komen te zien en waar de gemeente rekening mee kan houden. Het stelt tegenstanders niet tevreden. In januari organiseren zij bij het stadhuis een protest tegen de ‘niet-luisterende politici in de ivoren toren’.
Opgestoken
Wethouder Bijlholt van Amersfoort – zelf geen autobezitter – zegt wel wat opgestoken te hebben van de gang van zaken rondom het gereguleerd parkeren. ‘Achteraf gezien heb ik te snel willen gaan’, zegt hij. ‘Je hebt echt de tijd nodig voor zo’n transitie. De auto is onderdeel van onze samenleving. We zijn erop ingesteld. Om dat op korte termijn ter discussie te stellen zorgt voor heel veel emotie.’
Autoluw
Bijlholt is nu meer bezig met laten zien wat het betekent om minder auto’s in de stad te parkeren. ‘De binnenstad van Amersfoort is autoluw. Daar was ook veel weerstand tegen, maar nu wil niemand meer terug. We moeten laten zien wat je allemaal kunt met die openbare ruimte. Anders denken mensen dat betaald parkeren alleen een melkkoe is voor de gemeente.’