Wat kinderen het liefst spelen, voorspelt welk beroep later bij ze past. Hoe kan een basisschool hoogbegaafde kinderen helpen om deze ‘kerntalenten’ goed te ontwikkelen? Twee experts in gesprek.
In een groot welzijnsgebouw in Rijswijk lopen Frans Corten en Truus van der Wal langs kapstokken vol kleurige jassen door de gangen van de nieuwe basisschool Kronenburgh. In de lokalen luisteren de kinderen rustig naar hun leerkrachten. ‘Twee mánnen’ roept Corten verbaasd. ‘Wat leuk, jullie hebben de laatsten!’
Van der Wal, IB-er en adjunct directeur van Kronenburgh, neemt Corten mee naar de lerarenkamer voor een verkennend gesprek over de kerntalentenanalyse. Corten is daar dagelijks mee bezig als coach van hoogbegaafde volwassenen. Hij vraagt hen wat zij in hun kinderjaren leuk vonden om te doen. Dat helpt hen de juiste baan te vinden.
Matchen & stretchen
Kan een basisschool voor hoogbegaafde kinderen ook iets met de kerntalentenanalyse? Corten vermoedt van wel. Daarom is hij vandaag naar Rijswijk gekomen. Basisschool Kronenburgh is in september 2014 geopend, met twaalf klassen, waarvan zeven voor hoogbegaafde kinderen. Corten is benieuwd of Van der Wal kerntalentenanalyse kan gebruiken om de kinderen beter te helpen. “Kerntalenten liggen al vast op je vierde”, vertelt hij. “Anders dan veel ouders zouden willen, kun je ze daarna niet meer beïnvloeden. Maar je kunt er wel voor zorgen dat kinderen hun kerntalenten verder ontwikkelen. Dat kan een basisschool dus ook.”
Interessant, vindt Van der Wal. Ze bekijkt de blaadjes die Corten op tafel legt, met verschillende kerntalenten opgedeeld in clusters. Bij elk individu zijn de verschillende talenten, in totaal 23, sterk of juist minder sterk aanwezig. Het gaat dan niet om wat kinderen goed kunnen, maar waar ze lol in hebben. Van der Wal hoorde er al eerder over van een van haar invalleerkrachten, die de KernTalentenopleiding volgde bij Corten. “Zij vond het heel interessant en schreef er voor de ECHA-opleiding haar scriptie over”, zegt Van der Wal. Op basisschool Kronenburgh focussen de leerkrachten al wel op specifieke talenten van kinderen. Van der Wal: “Met ‘Matchen & Stretchen’ bijvoorbeeld. Wat kinderen hier doen moet zo goed mogelijk bij ze passen. Dingen die ze niet leuk vinden, moeten ze wel oefenen, maar daaraan mogen ze minder tijd besteden.”
Corten is blij dat te horen, zegt hij. Van der Wal en hij zijn het erover eens: Het heeft weinig zin om vaardigheden te ontwikkelen waar je niet goed in bent. Dat is alleen nodig wanneer ze voor het maatschappelijk verkeer handig zijn, zoals lezen, schrijven en samenwerken. “En presenteren”, voegt Corten aan het rijtje toe. “Ja, de 21st century skills”, sluit Van der Wal aan, “met de computer leren omgaan en creatief denken.”
Grenzeloze fantasie
Creativiteit vindt Corten interessant, hij wijst op zijn blaadjes. Daar staan de creatieve kerntalenten onderverdeeld in drie soorten. “Kinderen met technisch creatieve talenten vinden het leuk om dingen te maken die ‘het doen’”, legt Corten uit. “Denk aan lego of Meccano.” Daarnaast zijn er artistieke of esthetisch creatieve talenten, van mensen die graag mooie dingen maken. Het derde creatieve kerntalent is grenzeloze fantasie. Corten: “Met dat kerntalent vind je het leuk om in andere werelden te zijn en nieuwe dingen te bedenken. Als volwassene hou je dan van muziek of literatuur.” De kerntalenten overlappen. “Je kunt graag nieuwe dingen bedenken die het doen, maar die niet mooi hoeven te zijn”, schetst Corten, “of je bent juist een hele creatieve kunstenaar en maakt mooie dingen die het niet hoeven te doen. Met alleen de eerste twee hoef je juist weer niet zo nodig gekke dingen te bedenken.”
Van der Wal herkent vooral de laatste. “Ik krijg gelijk een beeld bij kinderen met een grenzeloze fantasie. Wij noemen dat kinderen met meer creatieve in plaats van cognitieve giften. Zij zijn soms niet zo goed in schoolse vakken, hoewel mensen dat wel altijd verwachten van hoogbegaafde kinderen.” Frans is naar het puntje van zijn stoel geschoven en knikt enthousiast. “Grenzeloze fantasie komt relatief vaak voor bij hoogbegaafden”, vertelt hij. Dat mensen hoogbegaafdheid soms niet begrijpen, komt hem ook maar al te bekend voor.
Corten merkt dagelijks dat hoogbegaafden niet altijd hun weg vinden in de samenleving. “Hoogbegaafden zijn soms goed in dingen die ze absoluut niet leuk vinden, zoals zaken ordenen of met kennis bezig zijn.”, legt hij uit. “Als ze daarin een baan vinden en dat blijven doen als ze ouder worden, kunnen ze dat werk op een gegeven moment niet meer opbrengen.” Mensen kunnen daar volgens Corten zelfs een ‘burn-out’ of ‘bore-out’ van krijgen, met dezelfde symptomen: je ziek voelen, moe zijn en nergens zin in hebben.
Van der Wal luistert aandachtig. Ze vindt het allemaal heel logisch klinken, zegt ze. “Veel dingen herken ik, maar ik heb dat nog nooit met kerntalenten verbonden of in een duidelijk systeem gezien.” Ze is blij met deze nieuwe manier van kijken. Corten wil ook meer van Van der Wal weten. Wat spelen de hoogbegaafde leerlingen bijvoorbeeld? “Complexe spelletjes”, zegt Van der Wal meteen. “Ze bedenken er constant regels bij en maken zo een hele aparte wereld. Soms doen ze ineens Griekse mythologieën na en spelen Pegasus. De spelletjes zijn vaak heel groepsgebonden.”
Vragen
Corten’s hoofd gaat alweer heftig op en neer. “Daar zouden allerlei kerntalenten in kunnen zitten”, vertelt hij. “Het organiseren van sociale evenementen, entertainment en show, grenzeloze fantasie, kennisverwerving.” Sociale componenten zijn er natuurlijk ook, maar die zijn moeilijker vast te stellen. Van der Wal begrijpt het. “Ja, waarom doen kinderen er graag aan mee? Iedereen heeft zijn eigen rol.” Frans noemt voorbeelden: “Er zijn kinderen die het bedenken, kinderen die meelopen.” Van der Wal: “kinderen die de regels bewaken.” “Maar ook kinderen die geen passende rol hebben gekregen”, zegt Frans. Niet alles wat kinderen doen is betekenisvol. Dat maakt het zo lastig om kerntalenten op jonge leeftijd vast te stellen.
Welk speelgoed kinderen hebben, zegt eigenlijk maar weinig over wat ze echt leuk vinden, legt Corten uit. Je kunt jonge kinderen ook niet simpelweg vragen wat ze het leukste vinden om te doen. Van der Wal ziet het al voor zich: “Die antwoorden in de waan van de dag.” Corten noemt weer voorbeelden: “Ze zeggen waar ze het meest trots op zijn of laten hun nieuwste speelgoed zien.” Pas op latere leeftijd kijken kinderen onbevangen naar wat ze vroeger leuk vonden. De vragenlijst die Corten gebruikt voor kerntalentenanalyse is daarom voor kinderen vanaf veertien jaar. Maar ook die leeftijd is nog problematisch. Corten: “Pubers zijn vooral bezig met erbij horen. Jongens zeggen dan niet snel dat ze vroeger graag met de poppen speelden of meisjes dat ze het liefst in bomen klommen.” Antwoorden van ouders zijn ook al niet betrouwbaar. “Daar zit soms een stukje show van henzelf in.”
Wie misschien wel een goede inschatting maken zijn juffen en meesters, denkt Corten. Die kunnen observeren. Van der Wal ziet ook mogelijkheden. “Je zou kinderen in een zaaltje moeten zetten vol speelgoed en kijken wat ze kiezen.” Corten oppert verder: “Je kunt ook checken of in de spellen op school en thuis alle clusters van kernkwaliteiten vertegenwoordigd zijn.” Kinderen onbevangen vragen naar hun voorkeuren, kun je volgens Corten ook proberen. “Wat doe je graag? En wat wil je heel graag doen maar durf of kun je niet?” Goed idee, vindt Van der Wal. Ze schrijft het meteen op. “Je zou ook verder kunnen vragen. ‘Waardoor denk je dat dat komt?‘”
Experttijd
Corten wil meer weten over de activiteiten van kinderen op school. “Gaan ze ook wel eens naar buiten of op uitjes?” Hij is vooral bezorgd over de alomtegenwoordige computer. Volgens Corten kun je daar lang niet al je kerntalenten in kwijt. Van der Wal knikt. “Ik denk dan meteen aan motoriek, waar relatief veel hoogbegaafde kinderen nog een ‘probleempje’ mee hebben.” Sommige kinderen zijn inderdaad bezeten zijn van Minecraft en komen daar ook thuis maar moeilijk achter vandaan. “Het is voor hen dan spannend om in levenden lijve op avontuur te gaan. Maar als we dat op school eenmaal doen, vinden ze het gaaf.”
Er zitten ook voordelen aan computers, vertelt ze verder. Kinderen kunnen er makkelijk hun eigen kant op gaan. Basisschool Kronenburgh begon onlangs met ‘experttijd.’ Van der Wal: “Kinderen mogen de dingen die ze goed kunnen dan zelf verder uitzoeken.” Dat sluit weer goed aan op Cortens ideeën over kerntalentenanalyse. Hij zou nog wel eens verder willen praten om misschien ‘tools’ te ontwikkelen voor basisscholen. “Daar staan we zeker voor open”, zegt Truus. “We willen niet vastgepind worden, maar het is fijn om eens te praten over mogelijkheden, in plaats van zorgen.”
Danielle Krekels en CoreTalents
Toen de Vlaamse Danielle Krekels een werving en selectiebureau voor ingenieurs runde, vroeg ze kandidaten vaak wat zij als lagere school kind graag deden. Ingenieurs speelden veel met lego, Meccano of haalden wasmachines uit elkaar. “Iets met je handen doen en met dingen bezig zijn die werken”, vat Corten samen.
Krekels vond het zo interessant dat ze bleef zoeken naar meer linken tussen wat mensen leuk vinden in hun kindertijd en welk beroep op latere leeftijd bij ze past. Ze vond er 23. Haar bedrijf CoreTalents leidt nu nieuwe KernTalentenanalisten op. Frans Corten past haar methode toe in zijn werk als coach van hoogbegaafde volwassenen en geeft de opleiding in Nederland.
Ondernemers
Kinderen kunnen heel verschillende dingen leuk vinden: Competitieve sporten, op verkenning gaan, voor hun kleine zusje zorgen. Daar passen verschillende beroepen bij. Corten en de hoogbegaafde volwassenen die hij coacht, komen vaak uit op ondernemerschap. “Daar kun je veel kerntalenten in kwijt.”
Dat geldt helemaal voor mensen met sterke kerntalenten rondom vrijheid. Kinderen doen dan graag stoute of gevaarlijke dingen. Dat is een handige eigenschap voor ondernemers: niet bang zijn voor risico’s. Een gestructureerd systeem is voor ‘vrije’ volwassenen niet de juiste plek. Corten: “Ze voelen zich dan vastgebonden of zitten zich voortdurend te ergeren.”
www.werkenwaarde.nl (website van Frans Corten)
Dit artikel is gepubliceerd in Talent