Onderwijs

Het nieuwe onderwijs

Scholen bereiden kinderen voor op een toekomst waarvan niemand weet hoe die eruit ziet. Hoe organiseer je dat?

Op het eerste gezicht staat juistscholen weinig open voor verandering. Ze richten de dagen vaak op dezelfde manier in als lang geleden, gebruiken slechts gedeeltelijk vernieuwde schoolboeken en zetten behoorlijke grijsaards voor de klas. Gaat dat wel goed?

Leerling centraal

Een paar scholen en organisaties zijn gelukkig welbezig met het aanjagen van meer toekomstbestendigheid. Ze houden oude organisatievormen tegen het licht en besluiten dat, zoals bedrijven de klant centraal zetten en de overheid meer overlaat aan de burger, in het onderwijs de leerling het uitgangspunt moet zijn. Het gaat er immers om dat die leerling goed onderwijs krijgt. Weg dus met die dertigkoppige klassen die allemaal om half negen beginnen, dezelfde woordjes leren, afsluiten met een gestandaardiseerde toets en weer naar huis gaan als de bel gaat.

“Dat systeem is bedacht in de industriële revolutie”, vertelt docent en onderwijsvernieuwer Ben van der Hilst. ”Het is een soort productieproces: voor zo weinig mogelijk geld alle kinderen op een bepaald niveau krijgen.” Leerlingen zouden dat zelf anders inrichten. Van der Hilst noemt een experiment van een leerling die in zijn eentje binnen een jaar van vijf havo naar zes vwo wilde. De jongen kreeg een eigen lokaal om zich voor te bereiden op zijn examen. “Denk je dat hij een uur wiskunde ging leren, dan een uur engels en dan een uur aardrijkskunde? Natuurlijk niet. Hij stortte zich liever twee dagen lang op één vak.” Het idee van onderwijs rondom de leerling lijkt op Montessori onderwijs, de specialisatie van Van der Hilst. “Montessorischolen liepen hier inderdaad lange tijd in voorop, maar ze zijn blijven steken.” Van een uur keuzewerktijd per dag is van der Hilst niet meer onder de indruk. Roosters kunnen wat hem betreft veel radicaler omgegooid worden.

Flexibel

Dat wil ook Leraar van het Jaar Jasper Rijpma. “De kennismonopolie ligt niet meer bij de leraar”, legt hij uit op het Amsterdamse Hyperion Lyceum. Hij laat zijn leerlingen daarom liever zelf kiezen hoe ze de stof tot zich nemen en zet sinds kort filmpjes van zijn uitleg online. “Een leerling moet gewoon uit de les weg kunnen lopen.” Om de standaardisering af te werpen begon dePater Jan Smit schoolmet grotere groepen, (82 kinderen!). De nekharen van veel docenten zullen bij het idee alleen al overeind gaan staan. Maar ook deze onderwijsvernieuwing draait juist om de leerling. Een kind kan in een grote flexibele klas met meerdere docenten immers beter zijn eigen pad kiezen. Bovendien kunnen de leraren meer doen waar zij zelf het beste in zijn en dragen zij hun verantwoordelijkheden samen.

Leren samenwerken

Dat laatste is een trend die wordt aangejaagd door Stichting Leerkracht. De organisatie vindt dat de meeste leraren in een isolement zitten. “Als het goed gaat in je klas is dat geweldig, als het slecht gaat heb je een probleem”, zegt expertcoach Nico Verbeij. Hij wil leraren daarom leren er een team-effort van te maken. Al ruim tweehonderd scholen startten een tweejarig traject waar lerarenteams met strak georganiseerde whiteboards en zelfbedachte regels samen doelen stellen. Samenwerking tussen leraren is precies waar Leraar van het Jaar Rijpma ook enthousiast van wordt. Zelf krijgt hij af en toe een betaalde ‘heidag’ om zich met collega’s terug te trekken in een café en samen nieuwe plannen te maken. Heel goed, vindt ook Van der Hilst. Maar dan moet de organisatie dat wel mogelijk maken. Leraren meer verantwoordelijkheid geven kan volgens hem pas echt als lerarenteams klein genoeg zijn om daadwerkelijk samen te kunnen werken en als ze de bevoegdheid krijgen om het onderwijs naar hun eigen ideeën in te richten.

Leraar als coach

Nog een kenmerk van ‘oud’ onderwijs: angstvallig binnen het lokaal blijven. Dat past niet meer bij de huidige maatschappij waar leerlingen na schooltijd in contact komen met bloggers, startups en een open politiek debat, vindt Ilja Klink. Ze start binnenkort met De Nederlandse School, een opleiding voor onderwijsprofessionals die willen uitblinken in hun vak. “Laat de maatschappij maar binnenkomen en treedt zelf ook naar buiten”, zegt Klink. Ook Rijpma is bezig met buitenschoolse vaardigheden en betrekt universiteiten of experts als zijn leerlingen willen leren over zaken waar hij zelf niet genoeg verstand van heeft. “Als de kinderen bezig zijn kan ik ze motiveren om het beste uit zichzelf te halen. Je bent dan meer coach dan een klassieke leraar.”

Gepubliceerd op nieuworganiseren.nu