Onderwijs

Van Grote Denkers tot Lifestyle Informatics

Leraar van het Jaar Jasper Rijpma (31) werkt op het Hyperion Lyceum in Amsterdam Noord. Daar hielp hij mee met het opzetten van Bureau V. V staat voor: Verbreden, Verdiepen, Verrijken en Versnellen. Vijftien tot twintig procent van de leerlingen kiest daarvoor. Er gelden geen IQ-eisen.

Hoe begon dat?
“Toen ik begon met werken in 2011 zag ik leerlingen die zich verveelden tijdens de les omdat we hun talent onvoldoende benutten. Ik zette er dertig samen in een lokaal en vroeg: “stel dat dit een nieuw vak is. Wat zou je dan willen leren?” Sommigen wisten het niet, anderen wilden games en apps ontwerpen of juist bridgen. Weer anderen kozen voor een nieuwe taal, zoals Mandarijn Chinees. We hebben ze allemaal hun zin gegeven. Ik kan zelf niet bridgen, Mandarijn Chinees spreken of apps ontwerpen. Maar ik bood het ze wel aan, met materiaal van internet en echte experts.”

Had je uren over?
“Niet echt, ik deed het bij mijn 0,86 fte. Maar het was een uurtje extra lesgeven en een uurtje voorbereiding, een kleine tijdsinvestering dus. Ik zette ze vrijdag op het ‘nulde uur’ –vóór de officiële opening om negen uur – allemaal aan het werk, zocht materiaal en regelde afspraken met experts. Nu krijg ik voor Bureau V veertig uur per jaar betaald, maar ik ben er elke week wel één of twee uur mee bezig. Ik maak vooral een planning met de leerlingen, kijk hoe het ermee staat en motiveer ze.”

Wat is bureau V nu?
“De ‘V’ staat voor verbreden, verdiepen, versnellen en verrijken. Verbreden betekent meer vakken volgen dan normaal. Dat is vooral voor leerlingen die bij atheneum ook Latijn of Grieks willen of in de bovenbouw tegen hun zin in vakken hebben laten vallen. Verdiepen is op een dieper niveau op de stof ingaan. Samen met twaalf leerlingen kijk ik bijvoorbeeld geschiedenisfilms, houd presentaties onderling en ga naar colleges van de UvA. Verrijken gaat vooral om buitenschoolse vaardigheden. We bieden nu twaalf extra vakken aan, zoals Japans en IJsland. Voor het vak IJsland nam ik de leerlingen bijvoorbeeld mee naar een Antwerps concert van een IJslandse zanger. Versnellen kunnen leerlingen doen bij vakdocenten. Mijn collega bereidt nu leerlingen voor op een vervroegd examen filosofie.”

Welke V heeft jouw voorkeur?
“Wij vinden het belangrijker om leerlingen centraal te stellen en hen zelf te laten kiezen. Dat klinkt als open deur, maar veel scholen hebben een vast traject waar leerlingen zich naar moeten voegen. Wij houden het liever zo breed mogelijk. We willen leerlingen uiteindelijk bij alle vakken aanbieden om ze eerder af te sluiten. Hoe ze de tijd die daarmee vrijkomt uiteindelijk willen inzetten, bespreken we met de leerlingen zelf. Denk aan stages of proefstuderen. De mogelijkheden zijn legio voor talentontwikkeling.”

Wat versta je precies onder talentontwikkeling?
“Dat leerlingen aangeven waar hun talent ligt en de school daar ruimte voor geeft. Een leerling heeft bijvoorbeeld al twee vakken extra afgesloten en wil graag met programmeren aan de slag. Misschien heeft hij daarin al eigen projecten of wil hij stage lopen. Dat mag van mij best radicaal, door bijvoorbeeld ook muziek of sport als talent in uren om te zetten. Talentontwikkeling staat en valt met toegewijde mensen die met leerlingen in gesprek gaan, regelen wat nodig is en de vinger aan de pols houden.”

Hebben leraren het niet al te druk?
“Veel op school kost inderdaad meer tijd dan je ervoor krijgt. Scholen moeten daarom meer beschikbaar stellen. Dat is bij een grotere school niet moeilijker, want die heeft naar rato ook meer middelen. Met tachtig uur voor een talentcoach, kun je met twee of drie mensen heel wat leerlingen bedienen.

“Sander Dekker heeft talentontwikkeling en excellentie hoog op zijn politieke agenda staan. Hij is daar de afgelopen twee en half jaar al een aantal keer op televisie over begonnen. Het ministerie vindt het dus belangrijk om excellentie te stimuleren. Daar moeten dan ook middelen voor komen.”

Wat ga jij daarin voor rol spelen als Leraar van het Jaar?
“Ik heb nu de positie om af en toe met Sander Dekker te overleggen en dit soort punten aan te kaarten op hoog niveau. Ook informeel krijg ik hoge ambtenaren en de minister te spreken. Ik blog en twitter ook. Binnenkort heb ik het over gepersonaliseerd leren en het beter benutten van talent in Nederland, door hoogbegaafden in de les bijvoorbeeld stof op een ander niveau aan te reiken. Het is trouwens niet helemaal waar dat het probleem in de politiek zit, met vaste vakken en roosters. De wet en regelgeving biedt gelukkig veel mogelijkheden. Ik spoor scholen dus ook aan om die ruimte te pakken en het maximale uit hun leerlingen te halen.”

Is er ook psychologische ondersteuning nodig?
“Gelukkig zijn leerlingen op het Hyperion niet bang om te excelleren. Op andere scholen zouden ze zich misschien schamen om als stuudje te worden gezien. Die sfeer bestaat niet of nauwelijks bij ons op school. Maar docenten moeten wel leren om de talenten én beperkingen van leerlingen te zien. De ‘leerstijl’, ook al is dat woord misschien passé. Verveling komt bijvoorbeeld omdat leerlingen vaak tegelijkertijd dezelfde toets moeten maken of dezelfde stappen moeten zetten. De uitdaging is om de leerling centraal te zetten. Niet one size fits all, maar gedifferentieerd leren.”

Onderwijs op maat dus?
“Inderdaad. Vroeger waren docenten de bron van kennis en was het hun taak om de klas te zien als generiek geheel. Die tijd is voorbij. Leerlingen hebben allang door dat er andere bronnen beschikbaar zijn. De industriële didactiek sluit niet meer aan op de eisen van de huidige samenleving. Ik kan me voorstellen dat het doodvermoeiend is om een verhaal voor iedereen aan te horen, hoewel je het zelf al ergens hebt gelezen of al lang begrijpt. Leerlingen moeten uit de les weg kunnen lopen of persoonlijke roosters krijgen. Maar dat staat nog haaks op hoe veel scholen nu denken.”

Hoe doe jij dat in de les?
“De instructie is bij mij niet verplicht. Leerlingen mogen ook teksten op internet of instructievideo’s gebruiken. Na veel tips van leerlingen neem ik nu instructies op en plaats ze op YouTube, zodat leerlingen ze thuis kunnen kijken. Ook in het toepassen van kennis hebben leerlingen verschillende keuzes. Olivia, een heel expressief type, heb ik bijvoorbeeld vaak rollenspellen laten spelen over de leerstof. Zij is een van de vier leerlingen die me heeft genomineerd voor Leraar van het Jaar. Ik denk erover na om ook in toetsen te differentiëren, met voor sommigen iets meer havo-vragen uit de bovenbouw. Maar ik weet niet of dat dit jaar nog lukt.”

Je gelooft sterk in het betrekken van leerlingen?
“Zeker, zo zijn wij ook begonnen. Ga met leerlingen in gesprek over wat ze nodig hebben voordat je een protocol in elkaar knutselt. Na elk onderdeel vraag ik leerlingen om anoniem en zo concreet mogelijk Tips en Tops op een blaadje te schrijven. Zo ben ik begonnen met Flipping the Classroom, mijn eigen instructiefilmpjes. Ik vond dat eerst maar uitsloverij, maar kreeg te horen dat mijn uitleg soms herhaling bevatte of te lang duurde. Nu scheelt het mij uiteindelijk tijd. Maar je moet natuurlijk geen slaaf worden van leerlingen. Een vakdocent beslist autonoom welk onderwijs hij geeft, maar hij kan wel luisteren naar leerlingen en concessies doen.”

Leidt dat automatisch tot beter onderwijs voor hoogbegaafden?
“Dit is totaal niet wetenschappelijk en alleen gebaseerd op mijn eigen opvatting en ervaring, maar ik denk het wel. Als het onderwijs persoonlijker wordt, geloof ik dat de betekenis stijgt onder hoogbegaafden, omdat zij beter bediend worden.

“Maar we moeten af van het idee dat dit alleen geldt voor klassiek hoogbegaafden. Een leerling van mij, Nizar, is in de meeste vakken gemiddeld en soms zelfs lastig, maar hij heeft een bizar talent voor geschiedenis. Het is een absurde gedacht dat we hem daarin pas bedienen als hij een bepaald cijfergemiddelde heeft. In dat systeem gaat veel talent verloren.”

Rijpmas leerlingen
Leerling Julius is ‘klassiek hoogbegaafd’.

Op zijn dertiende jaar nadert hij het einde

van de derde klas en scoort goed over de

hele linie. Hij versnelt in geschiedenis,

maar kiest waarschijnlijk voor bètaals

Rijpma met hem straks meer focus wil

aanbrengen. Onlangs verschenenhij en

Rijpma in RTL Late Night.

Rijpma heeft ook niet klassiek

hoogbegaafde leerlingen. Nizar scoort

in veel vakken gemiddeld, maar niet in

geschiedenis. “Hij haalde standaard een

tien. Dat was voor hem en voor mij niet

leuk.” Rijpma meldde Nizar aan voor een

module van MOOC (Massive Open

Online Course) over Alexander de Grote.

Nizar haalde het, met behulp van twee derdejaars, en

nomineerde Rijpma voor Leraar van het

Jaar.

Grote Denkers
Het vijf jaar oude Hyperion Lyceum in een

bouwput in Amsterdam Noord heeft een

team vol jonge leraren en focust op

vakoverstijgend onderwijs. Nieuwe vakken

zijn Lifestyle Informatics, Logica &

Argumentatieleer en Grote Denkers. Bij die

laatste verbinden Rijpma en collega’s

geschiedenis en filosofie.

Om nieuwe modules te ontwikkelen komen

ze soms bij elkaar op een Heidag. Rijpma:

“Dan trekken we ons terug op de

spreekwoordelijke hei, een café, en

bedenken de hele dag wat er beter kan.”

De school roostert de leraren dan uit en

betaalt de lunch.

Gepubliceerd in Talent.