Ondernemers

Klanten gebruiken ‘effe eaziën’ zelfs als werkwoord’

De Chinese gemeenschap kan trots zijn op Shengli en Shunli Huang. Sinds 2004 hebben ze tien vestigingen geopend van hun fastservice-restaurant Eazie. De naam is een mengeling van Europa en Azië. Je eet er snel een gezonde salade, sushi- of wokmaaltijd voor een paar euro.

Als studenten hadden ze het zo gemist: een gezonde tegenhanger van al die pizzatenten, snackbars en grillrooms. In hun restaurant is geen gebakken garnaal te vinden.

De bal ging aan het rollen toen de mannen wat spaargeld hadden en een onverwachts investeringsaanbod kregen van een vaste bezoeker van hun familierestaurant. Die klant zag Shengli regelmatig mensen wegsturen en stelde hem daarom voor uit te breiden.

Shengli kwam met een alternatief: hij vertelde de klant over zijn idee voor Eazie. Een week later overhandigde de man 130.000 euro, zonder ook maar een businessplan of tekening te hebben gezien.

Shengli draaide op dat moment al enkele jaren aan de knoppen van het familierestaurant terwijl Shunli zich na drie jaar bij ING begon te vervelen. De broers twijfelden dan ook niet lang over hun samenwerking. Ze hadden nooit ruzie, vertrouwden elkaar en konden de taken goed verdelen. Shengli stortte zich op de centraal gemaakte sauzen en het beleidsplan, Shunli hield zich bezig met de locatie en het concept: Eazie moest vooral voelen als de eettentjes op straat in Azië; toegankelijk, leuk en snel.

Het eerste half jaar bleef het nog rustig, maar de drukte die daarna volgde is nooit meer afgenomen. Toen ook hun tweede en derde vestiging goed gingen lopen, besloten de ondernemers te gaan werken met een franchisemodel. Shengli: “Onze grootste kopzorg was steeds het personeel, maar daar konden de franchisenemers zich voortaan mee bezig houden.”

Aanvankelijk keken hun ouders nog afwachtend toe. Eazie was geen typische Chinese onderneming, zoals hun eigen traditionele familierestaurant. Geen chefkok en geen frituur? Gifgroene muren en hippe barkrukken? Een beetje ongewoon voor Chinese begrippen. Inmiddels is de familie er trots op dat in grote steden tezamen tien Eazie’s zijn.

De broers omschrijven hun klandizie als ‘multicultureel’ en trouw. Shunli: “Ze gebruiken ‘effe eazien’ soms zelfs als werkwoord en leggen hun vrienden trots uit hoe het werkt.” Shengli knikt: “Laatst kwam iemand drie keer op een dag. ’s Ochtends kwam hij met iemand mee, ‘s middags kwam hij zelf en ‘s avonds liet hij het concept weer zien aan anderen.” Klanten vinden het vooral leuk om alle ingrediënten zelf te kiezen. Shengli: “Soms gaan klanten zelfs sauzen mixen: Indonesische kokos met saté.”

Het hindert de ondernemers niet dat andere gezonde concurrenten inmiddels in elke straat opduiken. “De taart is ook groter”, zegt Shunli. “Waar vroeger tien man gezond wilde eten, zijn dat er nu honderd. En wij groeien nog steeds.”

Daar lopen de broers niet mee te koop. Interviews geven doen ze niet graag. “Roepen hoe goed wij bezig zijn, zit niet in onze aard”, vertelt hij. “Daarin lijken we inderdaad wél op andere Chinese ondernemers.”

Gepubliceerd in Sprout